Genre(s)
Het kleine maar fijne Wool-E Tapes ontdekte deze fluisteraars en liet in 2015 (alweer bijna 10 jaar geleden) de cassette “Endless Party” los, een jaar later door het Minimal Maximal vinyl label heruitgebracht op vinyl, of wat dacht u. Helaas zijn deze labels reeds begraven onder het stof van de tijd. Pittig gebalde post punk van een bende jonge snaken met een zekere cold wave flair en een vette knipoog naar de geniale bands van de jaren 80. Zo klonk het toen. De groep werd, als één van de weinigen in dit genre, opgepikt door [PIAS] en bracht daar reeds de albums “Image” (2018) en “Several Others” (2021) tot leven die steevast op bijval konden rekenen bij de liefhebbers van het gitzwarte, lekker donkere post punk genre.
De groep werd verrassend genoeg opgepikt, speelde op vele festivals, als mijn geheugen me niet in de steek laat zag ik ze zelfs aantreden in de 7de dag 'of all places' en zangeres Fenne Kuppens werd het post punk symbool van het nieuwe gender 'cool' met een androgyne stem als een dreigende apocalyps. Deze “The Great Calm”, Whispering Sons is ondertussen een gevestigde naam, is het derde album van deze Brusselaars en die lijkt zeker na een eerste keer luisteren het zwarte gat van weleer ietwat te verlaten en meer ademruimte te bieden. Maar niets is wat het lijkt. Een eerste luisterbeurt is altijd een heikele onderneming al zeker als je daarop jouw review gaat baseren. Doe ik dus lekker niet.
Al blijf ik wel bij die eerste vaststelling, iets in het totaalgeluid is veranderd al kan ik er mijn vinger niet onmiddellijk adequaat opleggen, maar er lijkt meer ‘opening’ in het gitzwarte wolkendek. Er is natuurlijk die nog altijd bijtende en koele stem van Fenne Kuppens, de muziek is overwegend rauw en ook op de rustigere passages, “Still, Disappearing” bijvoorbeeld, blijkt veel meer een stilte voor de storm dan een platte toegift aan het succes en het grote (sic) geld. Al is het wel een klankkleur die relatief nieuw is voor deze Whispering Sons, alsof Fenne Kuppens haar muzikanten één na één wegdraagt van het podium en er nog een eerder naakte pianoriedel haar aangescherpte punt maakt.
Het nummer “The Talker”, de meest commerciële deun, werd reeds uitgespeeld als vooraf singel en is zelfs een beetje speels met een verdwaald countrygitaartje tussen de rook spuwende, industriële veestallen. Romantiek anno 2024, zonder woorden ook al heet het dan “The Talker”. Het is niet omdat je veel praat dat je ook iets zinnigs te zeggen hebt natuurlijk. “Balm (After Violence)” of “Oceanic” (een liefdesnummer zowaar!) zijn weer zo rustpunten die vals gemoedelijk door de boksen waaien maar een beetje de stilte voor de storm representeren. Joy Division had “The Eternal” of “Decades”, Whispering Sons dus “Balm (After Violence) en “Oceanic”. En ook wel “Cold City”, een introspectieve mijmering als bij een rustige zee, waar een briesje je huid streelt alsof het zeggen wil na de chaos komt de rust. Maar ook de liefde kan soms wankel zijn. Al wil ik dit vergelijk nu ook niet op de spits drijven en Whispering Sons vooral voor zichzelf laten spreken.
“Poor Girl”, of het meisje met de zwavelstokjes, explodeert meermaals als een rijpe steenpuist in het aangezicht. David Lynch klapt al in zijn handen, dat ‘unheimliche’ sfeertje was altijd wel een (verborgen) gave van deze Whispering Sons die nu op deze “The Great Calm” echt tot zijn recht lijkt te komen tussen de groeven. Er zijn natuurlijk nog wel een aantal songs die lekker bijten, gelukkig zou ik durven zeggen, zoals “Walking, Flying”, “Dragging” of “Loose Ends”. “Try Me Again” is een heerlijke uitsmijter om een punt te zetten achter dit nieuwe album, alsof de groep zijn authentieke geluid heruitvindt en dat met veel liefde omarmt. Alsof Fenne Kuppens in al haar onvolmaaktheid schreeuwt om toch graag gezien te worden, als mens, als persoon en individu. Een thema dat wel meer doorheen de nummers op deze “The Great Calm” sluipt want vergis u niet, ondanks de (verborgen) liefde, vrolijk en feestelijk is dit niet.
Het is vooral zoeken en niet weten maar wel willen verkennen. Whispering Sons klinkt in deze net ietsje anders, meer gevarieerd, maar is nog altijd even donker, introvert en rauw als weleer. Deze “The Creat Calm” is dus geen “Standstill” maar een groei naar maturiteit en eigenheid, naar evolutie zonder revolutie zonder in de hectiek van een immer sneller veranderende wereld zichzelf te verloochenen of te verliezen. Een album dat zich als het ware laat beluisteren als een boek. Het nieuwe album is verkrijgbaar op de digitale platforms maar gelukkig ook op cassette, cd en vinyl waarvan ook een gelimiteerde rode versie staat te blinken. Durft u het aan, een duel met Fenne en haar Whispering Sons?