Genre(s)
Deze band werd opgericht in 2009 in Tarnowskie Góry, een stad in Silezië in Zuid-Polen, door ene Michael 'Neithan' Kielbasa. Het debuutalbum “Disorder” van Whalesong verscheen in 2017 en nu stelt het project ons het vierde album voor, een dubbelalbum deze keer. Michael Kielbasa zit ook in een aantal andere projecten zoals Lugola en Harmony Of Struggle (beide power electronics), Grave Of Love (neofolk) en Nothing Has Changed (industrial metal). Van Lugola bespraken we onlangs nog het album “Live at XX Wrocław Industrial Festival” voor Dark Entries.
In hun soms behoorlijk lange composities verpletteren ze de luisteraar met hun dynamiek, hun overweldigend zware gitaren, repetitieve hypnotiserende lyrics en mechanische, tribale, hamerende ritmes. Daarvoor gebruiken ze zowel klassieke rockinstrumenten als een aantal minder gebruikelijke instrumenten.
Sinds de oprichting werd de band serieus beïnvloed door genres als industrial, no wave en drone en met de tijd kwam men tot een soort compromisloze mix van sludge, doom metal, jazz, noiserock en postpunk.
Persoonlijk zou ik dit in de eerste plaats onder noise rock categoriseren. Als ik Whalesong ergens mee moet vergelijken, dan toch wel met de Swans van Michael Gira. In 2011 bracht Whalesong hun eerste EP uit onder de titel “Filth”. Dit is exact dezelfde titel als het eerste Swans album uit 1983. Is dit toeval? Ik denk het niet…
Kenmerkend voor de band zijn een drumcomputer en een 8-string gitaar en Michal Kielbasa maakt hier ook weer gebruik van een keur aan voor dit genre minder conventionele instrumenten zoals theremin, dulcimer, mellotron, tubular bells, sitar, viool, gong… je zou haast gaan denken dat het hier een progalbum betreft, maar nee hoor, het resultaat blijft eerder binnen de grenzen van het noiserock genre. Op het album zijn ook een aantal gastmusici en -vocalisten te horen met als bekendste Attila Csihar (Sunn o))), Mayhem).
Op een van de panelen van het 6-panel digipack staat het volgende citaat geprint: ‘The instant that the blade tore open his flesh, the bright disk of the sun soared up and exploded behind his eyelids’. Het citaat is afkomstig van de Japanse dichter (en schrijver, model en acteur) Yukio Mishima.
Het eerste schijfje “Leaving…” (11 tracks, 58 minuten) vind ik het sterkst. Als je het schijfje uit zijn houder haalt, verschijnt de tekst ‘What happens to dreams when the dreamer disappears?’ Vooral “Ascend!” klinkt wel heel erg Swans maar ook songs als “Forgive”, “Believe Us” en “Struggle" (met vrouwenzang) gaan erg die richting uit. Andere songs zijn dan weer iets rustiger en wat meer songgericht. “Leaving A Dream” bijvoorbeeld met piano, saxofoon en vrouwenzang. De saxofoon geeft de compositie hier nog een bevallige jazz noir toets mee. De saxofoon in “Believe Us” klonk een stuk drukker. Het repetitieve “Here I Am” is met zijn 10 minuten de langste track van het eerste schijfje. Mijn favoriete track is het hypnotiserende “We Have Never Really Lived”. Vooral het einde is erg knap wanneer met mannenzang en echoënde vrouwelijke zang de woorden van de titel worden gezongen. Dit klinkt aardig harmonieus om noiserock te zijn. Het korte “Bright Behind Your Eyelids” is een vrij minimalistische song gecomponeerd op dulcimer (in goed Nederlands een hakkebord maar ik verkies gewoonlijk het Engelse leenwoord) en met poëtisch spoken word. “Believe Us”, “Here I Am” en “Hope” zijn goede voorbeelden van de repetitief-hypnotische lyrics waarvan hoger sprake. De woorden van de titel worden hier ettelijke keren herhaald. De (korte) slottrack van de eerste schijf, “Drinking From The Gutters Of Descension”, is net als de opener een instrumentale track, nogal chaotisch, met saxofoon, ergens tussen noiserock en free jazz.
Het tweede schijfje “… A Dream” (5 tracks, 71 minuten) vind ik wat minder sterk dan het eerste. Als je het schijfje uit de houder haalt, lees je onder de doorzichtige plastic de tekst ‘We are free We are free We are free We are We are free’. Dit tweede schijfje begint dan ook met de track “We Are Free”, weer een behoorlijk Swans-achtige track met mannelijke vocals. Dan krijgen we met “A Distant Memory” een soort jazzy avant garde track met saxofoon, piano, een fluisterstem en ver weggemixte onverstaanbare stemsamples. “Endless” klinkt als een track instrumentale droney noiserock.
Het tweede schijfje bevat ook twee ellenlange tracks met als strafste het maar liefst 27 minuten durende drone en noiserock monster “From The Ashes”, met vrouwenzang ergens tussen ethereal en Diamanda Galás in. Het is een erg gevarieerd stuk met ook lange stukken minimalistisch, akoestisch gitaarspel. Verder duikt nog een soort rochelende mannelijke zang op van de hoger genoemde Attila Csihar, ergens tussen sjamanistisch en demonisch van aard, en weer de saxofoon. Naar het einde toe evolueert deze track naar een soort drone ambient met folky akoestisch gitaarspel, zelfs neigend naar sixties acid folk. Dit vind ik met stip de sterkste track van de tweede schijf. Slotsong “Shekissedmewithhervenomouslips” is een superlange instrumentale track (22 minuten) met hoog dronegehalte.
Ik zou dit album in de eerste plaats aanraden aan liefhebbers van Michael Gira’s Swans en meer in het algemeen aan fans van noiserock, no wave, drone-metal en verwante genres.