Genre(s)
Een band uit de Noorse havenstad Bergen. De stad met het meeste regenval van gans Noorwegen en zelfs van gans Europa (gemiddeld 250 dagen per jaar). In Noorwegen zegt men dat de inwoners van Bergen geboren worden met een paraplu. Ik heb de stad ooit een dag bezocht en we hadden chance want pas in de vroege namiddag begon het te motregenen…
We bespraken zeer onlangs de garagerockband Nix & The Nothings, ook al uit Bergen. Major Parkinson is echter een gans andere band. Ze zijn een septet opgericht in 2003, dat zowat de meest eclectische muziek maakt die ik ooit mocht aanhoren. Eclectisch maar ook alternatief en met een behoorlijk donker randje. “Valesa – Chapter I: Velvet Prison” (17 tracks, 60 minuten) is hun vijfde studioalbum. Het eponieme albumdebuut “Major Parkinson” dateert van 2008.
Bij de eerste verwonderde luisterbeurt schieten volgende namen me te binnen: Nick Cave, Tom Waits, Bruce Springsteen, Roxy Music, Procol Harum, King Crimson, Tangerine Dream, Depeche Mode, New Order, Thomas Dolby, Cindy Lauper en VoiVod maar luistert u eens zelf en u komt misschien wel met een dozijn compleet andere namen af.
Major Parkinson maakt in elk geval wonderlijk eclectische artrock die voor mij een perfecte synthese is van progrock en synthpop. Er zitten stukken pianoballad in maar even goed posthardcore en psych/progmetal (de VoiVod referentie), dark folk en singer-songwriter en ‘classic rock’. Zo doet het korte “Sadlands” (het duurt een dikke minuut) me onwillekeurig denken aan seventies Bruce Springsteen. “Badlands” heette de opener van diens “Darkness On The Edge Of Town” in 1978 en de gelijkenis lijkt me niet toevallig.
Major Parkinson kende in zijn 20-jarige geschiedenis al tal van bezettingswissels. Dit vijfde album werd bijeengeschreven door het trio Jon Ivar Kollbotn (leadzang, lyrics, piano, synths, fluit), Eivind Gammersvik (gitaar, bass, synths, percussie) en Lars Christian Bjørknes (synths, piano, backing vocals). Kollbotn en Gammersvik zijn er al bij sinds de stichting in 2003.
Er zitten heel veel synthesizers en keyboards in (of piano) maar even goed gitaren (van akoestisch tot metal) en een viool en een enkele keer horen we een cello, een mondharmonica, een fluit, een harp en een trompet.
Niet alleen klinkt dit album enorm eclectisch, maar de verschillende stijlen gaan ook verbazend harmonieus samen, al worden catchy pop hooks regelmatig gepaard aan schier onmogelijke ritmes. De algemene sound is wel erg cinematisch en theatraal te noemen en er zitten ook tal van geluidseffecten in. ‘Freigeist Cinematic Rock’ noemen ze hun muziekstijl trouwens zelf.
We gaan nu niet alle 17 tracks apart bespreken maar beperken ons tot de voornaamste. Het album opent met het instrumentale “Goodbye Blue Monday”. Een verwijzing naar New Order? De tweede track, “Behind The Next Door” klinkt als een soort singer-songwriter pianoballad in de geest van Tom Waits of Nick Cave: ‘You drink too much / But you can’t ease the tension’, zo klinkt de eerste zangregel.
Jon Ivar Kollbotn is een geweldige leadzanger met een vrij ruige en doorleefde stem die we al vergeleken met Tom Waits, Nick Cave en Bruce Springsteen, maar voortdurend duiken ook backing vocals op, vrouwelijke leadzangpartijen en koorzangen.
Op “Velvet Moon” hoor je hem weer als een volleerde Tom Waits of Nick Cave de sterren van de hemel zingen, begeleid door piano en synths in een soort druilerige ballad. Dit is een band uit Bergen en het regenachtige van de stad dringt tot in de songs door. Het nummer gaat over in “Irina Margareta” dat er naadloos bij aansluit maar naast even regenachtig (met daadwerkelijk geluiden van de stromende regen) ook een stuk orchestraler gaat klinken met gitaar, harp en fluit en naast de depri ruige zang van Jon Ivar Kollbotn krijgen we de hemelse vrouwelijke leadzang van Peri Winkle (die ook viool speelt op het album maar niet op dit nummer) en al even ethereal getinte vrouwelijke koorzangen in een sterk staaltje prog.
Naar het einde toe wordt het album alsmaar straffer en beter. Mijn favoriete songs zijn het duo “The House” en “The Room”. In “The House” zingt Jon Ivar Kollbotn ‘This is the house, it’s the house where it al happens, this is the room, it’s the room where it al happens, this is the bed, it’s the bed where it al happens’ en wat verder ‘His father was a drinker, an animal / With the earplugs and the twinker and the tramadol / His mother was a thinker always miserable / Oh, the dinner conversations / They were unbearable’… Je krijgt er haast koude rillingen van.
“The Room” sluit nauw aan bij “The House” en lijkt me wat betreft de vrouwelijke zanglijnen die erin opduiken echt wel te leen te gaan bij Cindy Laupers “Time After Time” voor wie deze wavepopsong uit 1983 nog kent. De Berlin School getinte synthesizers doen me dan weer denken aan Tangerine Dream. De laatste strofen van deze song vind ik echt de max en ze gaan als volgt: ‘Ice cream cone melts in the summer / Underneath a fresco of Gorbachev / Becquerel babies of Machiavelli / Siamese twins and iodine / Radio – I got the Radio Luxembourg / Radio – I got the Radio Luxembourg / Lydia was into visceral video violence / She never listened to her dad / Lydia, she had an Alfred Gilbert Geiger Counter / Oh boy the good times that we had / I know the times are changing / I never understood just why Lydia / Was into visceral video violence / Oh boy the good times that we had!’
De lyrics van Jon Ivar Kollbotn zitten vol verwijzingen naar echte en fictieve plaatsen, gebeurtenissen en personen. Ze zijn behoorlijk weird en psychedelisch, springen van de hak op de tak en rijgen de vrije associaties aaneen, maar de man maakt wel een erg belezen en intellectuele indruk.
De veertiende track “MOMA” verdient nog een aparte vermelding want deze song klinkt dan weer als een soort psychedelische progmetal! En de frase ‘God is breastfeeding babies with Goya milk’ is wel de meest hilarische van het ganse album. Maar het vervolg klinkt al even weird en straf in een mix van mannelijke en vrouwelijke zanglijnen en metal gitaren: ‘Ginsberg, Guggenheim, Gertrude Stein! / Get into the moshpit! / Gеt into the double-dagger moshpit! / A rosе is a rose is a rose is a rose is a Rolls Royce / I see the lost and the found / And the great and the silent generation / Destroyed by madness / Baby boomers from the X to the why to the Z / It’s the boring twenties / A lie has a lifeline / Like a sugar cream pie / It’s a pipe dream / Don’t you touch the portrait on the wall / It’s not a replica / It’s Celestina painted by Picasso / Don’t you ever poke her in the eye / That’s how the poets die / They see the ghost of Carles Casagemas / Is it true? / Is it really you / Is it really true? / When the skies are blue / Is it over? Is it over? / The anthem of Solidarity will not be divided or destroyed / Why are you never listening to me? / Raindrops are falling on my head / Sweet little lies fucks with my head / Nobody knows just where the wind blows / Goodbye Picasso / Mountains are buried in the deep / So many dreams / Counting the sheep / Nobody knows just where the wool goes / Goodbye blue Monday / Is it true? / Is it really you? / Is it really true?’. Het lijkt wel het geraas van een psychiatrische patient middenin een psychose. Het psychedelische “Lemon Symphony” is vervolgens een bedrieglijk lieflijke maar toch ook behoorlijk neurotische folktune die één vraag stelt: ‘What is the equation if the Answer to your question is love?’.
“Valesa – Chapter I: Velvet Prisoners” verschijnt op dubbel LP of als cd (met 16 pagina’s tellend booklet met alle lyrics) op het Apollon label, eveneens uit Bergen. We kijken al vol spanning en nieuwsgierigheid uit naar “Chapter II”. Dit is een geweldige aanrader voor de fans van art rock, avantgarde pop, dark rock, progrock, synthpop/dark wave en alles daartussenin. Persoonlijk kan ik er maar niet genoeg van krijgen.
https://www.majorparkinson.com