The Essence is in België misschien een goed bewaard geheim onder waveliefhebbers, in Spanje, Frankrijk en de rest van Zuid-Europa maakten ze in de jaren tachtig furore met hits als ‘A Mirage’ en ‘Only For You’. De kenners weten dat de Rotterdamse groep in de jaren tachtig en negentig een aantal uitstekende platen heeft uitgebracht. Ze blijven trouwens tot op de dag van vandaag optreden, en hopen zelfs in 2024 nieuw werk uit te geven. Wij zagen ze onlangs optreden op het Liège New Wave festival, en hadden naar aanleiding daarvan een gesprek met zanger-gitarist Hans Diener.
Dag Hans. Bedankt voor deze gelegenheid om je te interviewen. Ik zag The Essence onlangs optreden in Luik, en was verrast dat dit het eerste optreden ooit was in België. The Essence mag dan een belangrijke newwavegroep zijn in andere landen van Europa, in België zou ik jullie eerder als ‘cult’ omschrijven. Ben je het daarmee eens, en hoe verklaar je dit?
Ik ben het met je eens, Xavier. Zowel Nederland als België zijn nooit prioriteit geweest voor onze Engelse platenmaatschappij destijds inzake marketing en promotie. Dat is uiteindelijk zo gegroeid. Echter, we zijn dit aan het veranderen, zoals je merkt.
Het verhaal van The Essence begint in de vroege jaren tachtig. Als ik het goed voorheb, was er voor het eerst sprake van een groep in 1983, al heette die toen nog ‘Movement’, wat vermoed ik een knipoog is naar New Order. Kun je ons vertellen hoe de groep ontstaan is? Hoe is de wil ontstaan om eigen muziek te maken, en hoe heb je de andere groepsleden ontmoet?
De band is eigenlijk ontstaan omdat ik op zoek was naar wat bootlegs van The Cure en ik in contact kwam met Jerry, de eerste bassist. Hieruit kwam voort dat ik een keer ben gaan spelen met Jerry en Ol, de eerste drummer. We hebben een paar weken wat covers gespeeld en een paar optredens gedaan, tot ik het niet meer interessant vond om covers te spelen. Ik heb toen zelf een aantal songs geschreven en opgenomen. Deze demo’s zijn naar diverse labels in Nederland en het Verenigd Koninkrijk gestuurd, waarna er serieuze interesse kwam van het VK-label Midnight Music.
Eigenlijk hebben jullie vrij snel een label gevonden dat bereid was jullie te ondersteunen en jullie platen uit te brengen, maar dan wel onder de naam The Essence. In 1985 kwam dan het debuut ‘Purity’ uit. Hoe is dat in zijn werk gegaan?
Nadat we een contract kregen, heb ik de naam Movement veranderd in The Essence, omdat de eerste naam teveel vasthing aan de plaattitel van New Order. We zijn naar London vertrokken en hebben daar ons eerste album 'Purity' opgenomen. ‘Endless lakes’ was daar de eerste single uit, en later brachten we ‘The Cat’ uit als tweede single.
Met de opvolgplaat ‘A Monument Of Trust’ uit 1987 was het meteen goed raak. ‘A Mirage’ werd zowaar een wereldhit. Hoe is dat mogelijk geweest?
Nadat ‘Purity’ uit was gekomen, ben ik verder gaan schrijven, waarbij ik ook synths ben gaan gebruiken. Ik wilde een song schrijven die wat meer pop klonk en met een soort flamenco riff. ‘A Mirage’ werd de single van het tweede album en sloeg in als een bom, vooral in de Zuid-Europese landen. Het werd een grote hit in onder andere Spanje.
Ik kan me inbeelden dat zo’n grote hit ook uitdagingen meebrengt voor een groep. Jullie waren een kleine groep uit Nederland, en zijn dan ineens sterren. Er wordt ook gevraagd om internationaal op te treden, wat niet altijd evident is. Hoe hebben jullie dat aangepakt?
Toen ‘A Mirage’ een hit werd, kon het niet uitblijven dat we gingen touren. Inmiddels hadden Jerry en Ol de band verlaten en heb ik tijdelijk gebruik gemaakt van een andere bassist, Akki en drummer, Jack. Onze lightengineer Menno heeft toen tijdelijk de synths voor zijn rekening genomen.
Jullie derde plaat ‘Ecstasy’ bevatte weer een grote hit: ‘Only For You’. Deze keer was vooral Frankrijk gek van het nummer, daar waar ‘A Mirage’ in de eerste plaats in Spanje potten brak. The Essence was in die tijd erg populair in het zuiden van Europa: Spanje, Frankrijk, Italië, Zwitserland … Is dit puur geluk, of zat er een strategie achter?
Er zat absoluut geen strategie achter. Het enige wat ik als songwriter wilde was een diversiteit aan songs schrijven en niet aan één format blijven hangen. Zo kon je op onze albums van dromerige ballads tot popsongs en zelfs vrij rockachtige songs horen. Dat maakte ons wellicht interessant voor verschillende culturen.
Zowel ‘A Monument Of Trust’ als ‘Ecstacy’ doen nogal denken aan het toen zeer populaire The Cure. Nu wil ik niets afdoen aan de authenticiteit van de nummers, en ik weet ook wel dat jullie een tijdsgeest en een bepaald gevoel gemeenschappelijk hebben, maar ik vraag me ook af of er ooit druk was, bijvoorbeeld vanuit het platenlabel, om nummers te schrijven die leken op The Cure?
Er is nooit druk geweest vanuit ons label. In die tijd luisterde ik veel naar bands als The Cure en Joy Division. Maar ik luisterde misschien nog wel het meest naar U2 en David Bowie, en ook Kraftwerk vond ik te gek. Ik schroomde ook niet om sommige muziek uit de charts goed te vinden. Ik heb altijd een open mind gehad voor muziek.
Ondanks het grote succes van ‘A Monument Of Trust’ en ‘Ecstacy’, is jullie vierde plaat een donkere en wat moeilijker toegankelijke conceptplaat geworden: ‘Nothing Lasts Forever’. Kun je ons meer vertellen over het concept van de plaat en hoe je daartoe gekomen bent?
Eigenlijk heb ik ‘Nothing Lasts Forever’ geschreven als een vorm van exorcisme nadat de relatie met mijn toenmalige vriendin op de klippen liep. Het heeft voor mij goed gewerkt, zeker omdat het nog steeds één van mijn favoriete albums is.
Tot begin jaren negentig was jij, Hans, de enige songschrijver in de groep. Dat veranderde met de komst van Mark Tan tijdens de opnames van ‘Nothing Lasts Forever’. De volgende plaat ‘Glow’ uit 1995 – waarvan jullie na het failliet van het platenlabel de eerste opnames hebben uitgegeven als ‘Afterglow’ in 2015 – was een oefening in het schrijven als groep, met creatieve inbreng van alle muzikanten. Was je tevreden over het resultaat?
Toen Mark in de band kwam als keyboardplayer, kreeg ik meer de drang om gezamenlijk te gaan schrijven. Dit gebeurde meestal tijdens repetities, waarbij we een riff en wat vocals van mij als leidraad namen om dit om te vormen tot een song. Ik was erg blij met dit gegeven. Het brengt ook meer saamhorigheid in de band.
Howel de groep vele bezettingswissels heeft gekend, begeleiden de broers Mark en George Tan je al sinds begin jaren negentig op respectievelijk bas en drums. Ik kan getuigen dat jullie samen een prachtige liveband zijn. Hoe verklaar je dat deze bezetting al zo lang meegaat?
Eigenlijk zie ik The Essence als Hans, Mark en George. De initiële leden en wat tijdelijke muzikanten hebben op geen enkele manier zo’n stempel op de band gedrukt als Mark en George. Tot op de dag van vandaag voel ik dit nog steeds zo.
Als ik het goed voorheb, hebben jullie sinds 1996 geen nieuw werk meer uitgegeven. Op het optreden op het Liège New Wave Festival hebben jullie ‘Pearl Song’ voorgesteld als een nieuw nummer, maar eigenlijk gaat het nummer nu ook al jaren mee. Hebben jullie plannen om nog nieuwe platen uit te geven, en zo ja, wat mogen we daar al over weten? Hebben jullie nog andere toekomstplannen?
Eigenlijk hebben we de volgende ep al nagenoeg af, voor zover je hiervan nog kan spreken in het streaming tijdperk. Door covid hebben we twee jaar stilgestaan, maar nu gaan we langzamerhand weer verder met opnemen en met name het mixen van de ep. Ik verwacht dat deze in 2024 het licht zal zien. We hebben, zoals je hebt gemerkt, ook weer de intentie uitgesproken om te gaan touren, want dat vinden we nog steeds te gek om te doen. Ons optreden in Liége was ons eerste concert in België, maar zeker niet het laatste.