Met ‘Bittersweet’ stelt Psy’Aviah niet enkel zijn tiende plaat voor, maar ook het derde deel van zijn trilogie over de vervreemding van het individu in de moderne maatschappij. Meer nog: met deze plaat viert Psy’Aviah ook zijn twintigjarig bestaan, de reden waarom er bij de uitgave van ‘Bittersweet’ ook een bonus-cd verschijnt met herwerkte versies van hun nummers door een schare aan bevriende muzikanten. Reden genoeg om even bij meesterbrein Yves Schelpe aan te kloppen en zijn biecht af te nemen.
Dag Yves. Ik mag je deze keer twee keer feliciteren. Een eerste keer voor het prachtige ‘Bittersweet’ dat je net uitgebracht hebt, en een tweede keer voor het twintigjarig bestaan van Psy’Aviah. Hoe voel je je bij deze verwezenlijkingen?
Hey, dankjewel daarvoor. Wat mij ’t meest blij maakt is natuurlijk dat je ‘Bittersweet’ kan smaken – uiteindelijk is dat het belangrijkste voor een artiest, denk ik ... Het twintigjarig bestaan heeft eerder te maken met koppigheid, zin om verhalen te vertellen enzovoort. Niet per se een verwezenlijking, enkel en alleen wanneer je blij bent met wat je gedaan hebt. En voor mij is dat meestal met ’t laatste wat ik heb uitgebracht, bij deze ‘Bittersweet’, of het ‘trio’ van albums, maar daar zal je nog wel vragen over hebben, denk ik.
Inderdaad. ‘Bittersweet’ is eigenlijk het derde luik van een trilogie die begon met ‘Lightflare’ en doorging met ‘Soul Searching’. Kan je ons vertellen wat het thema is van die trilogie?
Het doel na ‘Lightflare’ was altijd om er twee vervolgjes aan te breien. Waar ‘Lightflare’ vooral de focus had op ‘boos’ zijn op de wereld, en ‘verloren’ zijn in deze wereld, moest er ook een soort antwoord komen dat wat zelfreflectie had. Dat was ‘Soul Searching’, een extremere manier om de wereld te aanvaarden, maar misschien soms te extreem. Het was desalniettemin een soort van escapisme, een zoektocht om met de wereld om te gaan, in dromerige tot in destructieve zin, en een hele mengelmoes daartussenin ... ‘Bittersweet’, het derde luik, is meer een balans. Dat hoor je ook aan de akkoorden en de muziek. Er zit een positieve vibe in de songs. Hoewel de teksten soms nog wel hinten naar wereld- of persoonlijke problematieken, zijn er ook meer relativerende zaken. De muziek moest en zou ook anders klinken, iets positiever en poppy misschien.
Op welke wijze is ‘Bittersweet’ de afsluiter van de trilogie? Hoe sluit je eigenlijk een trilogie over zo’n ernstige thema’s af?
Eigenlijk door een soort synthese te maken en terug te kijken met een kritische blik, en daar een antwoord op te bieden – zowel qua tekst als qua muziek. Daarin speelt de intro van het album – alweer ingesproken door Dirk De Wachter – een nog belangrijkere rol dan anders. Het is echt een soort antwoord van de ‘mindset’ die ik op het moment van schrijven had. Het leven is bittersweet, niet zwart/wit. Je hebt niet alles onder controle. Alles onder controle willen hebben is problematisch, niets onder controle willen hebben is dat ook. Een balans vinden, zaken loslaten, nieuwe dingen proberen, maar wel jezelf zijn en je eigen grenzen respecteren – dat zijn de lessen, denk ik, vooral – en daar is de tekst en muziek ook op geïnspireerd, inlcusief de songs ‘Ok’ en ‘Tired’ die we volledig hebben herschreven.
Je muziek is ook geëvolueerd doorheen de trilogie. Je hebt voor de eerste keer ook live strijkers verwerkt in je muziek, bijvoorbeeld. Wat heb je tijdens het schrijven van de trilogie bijgeleerd en in welke zin heeft dat je muziek beïnvloed?
Ik verwees al een beetje naar het feit dat ik een andere aanpak nodig had als antwoord, niet enkel qua tekst, maar ook qua muzikale aanpak. Het is en blijft Psy’Aviah. We hebben al vaak geflirt met deze meer up-tempo en pop-atmosferen, maar gaan hier een stapje verder. De teksten en muziek zijn nog wel zoals ik het voel: oprecht uit het hart, gedreven door passie. Maar ik wou zaken wel met meer perfectie schrijven en uitwerken, daarnaast ook met een andere filosofie: meer echte instrumenten. Je hoort dus meer echte gitaren, meer backing vocals die synth-pads of synth-strijkers vervangen en dus ook cello’s en violen die de synthesizers vervangen. Dit alles geeft ’t een blend van elektronica en menselijkheid. Vooral violen en cello’s geven net die extra boost van emoties en warmte op een elektronische drumbeat. Net zoals backing vocals dat doen. De gehele combinatie is dan ook wat meer ‘open’ qua sound, maar wel nog steeds met integriteit – althans dat is mijn gevoel erbij. Iedereen ervaart muziek natuurlijk anders.
Je herneemt ook twee oudere nummer, waaronder ‘Ok’, dat oorspronkelijk op ‘Introspection / Extrospection’ stond, maar deze keer met folkgitaar en strijkers gespeeld wordt. Ik was al fan van het oorspronkelijke nummer, maar deze versie is ook prachtig. Waarom vond je het tijd om dit nummer in een nieuw jasje te steken?
Omdat ‘Ok’ eigenlijk héél passend was in het narratief van ‘Bittersweet’. Bovendien was het ons 20-jarig bestaan. Mensen spreken ons vaak aan over de song, maar ik vond deze wat gedateerd klinken en dacht: laten we dit op een héél andere manier aanpakken. De piano werd een gitaar met meer emotie en detail, meer backing vocals, een subtiele drumlijn, een subtielere baslijn met gevoel en vooral viool van Irina Markevich, die de Mellotron vervangt. Talloze lagen viool en cello maken dat de song opbouwt, en tijdens het einde de solo mooi oplicht. Dat kan je niet evenaren met een synthesizer, en mijn liefde voor synthesizers is nochtans groot. Maar de mix van werelden is altijd al een obsessie geweest ... The best of many worlds is soms altijd beter dan enkel maar in één wereld, althans zo ervaar ik dat.
Onze laatste ep focust trouwens op ‘Ok’ en voegt nieuwe remixes toe van de nieuwe versie, en een gloednieuwe videoclip in collaboratie met GNY Photography (Gwenny Cooman) en actrice / performer Gwendolin Harissa Van Jole! De nieuwe clip zelf schets het verhaal van de song op een andere manier, licht tragikomisch en een hint naar hoe iemand zich omringt door zoveel mensen in deze wereld toch alleen kan voelen ... Anderzijds viert de clip wel het ‘anders’ zijn, alleen is daar nog wat werk aan. We moeten daar meer begrip voor hebben en elkaar niet per se volledig begrijpen, maar beseffen dat ‘anders’ zijn niet hetzelfde is als ‘slecht’ of ‘gek’.
Net als op ‘Soul Searching’ heb je op de eerste track een tekst van Dirk De Wachter verwerkt, de beroemde prof psychiatrie. Hoe is die samenwerking ontstaan, en wat was het belang ervan voor jou?
Het belang was zijn filosofie rond omgaan met verdriet, tegenslagen, twijfels, wat het leven is, en het nut er van. De gesprekken die we erover hadden waren inspirerend, de poëzie die ik schreef, daar kon hij qua boodschap achter staan. Dat vind ik altijd belangrijk bij iedere vocalist waar ik mee werk. Daarenboven is zijn diepe stem gewoon mooi om naar te luisteren. Ook dat telt. De reden om hem opnieuw te vragen voor ‘Bittersweet’? Dat is alles wat ik opsomde, maar het is ook de bedoeling om een soort continuïteit te hebben in dat narratief over die albums ... De stem ontbreekt op het eerste album van de trilogie, ook dat is poëtisch eigenlijk – de stem was er toen nog niet. ‘Lost at Sea’ dus, geen feedback. Pas op ’t tweede album ‘Soul Searching’ komen er meer invloeden van de buitenwereld, waaronder Dirk dus met de intro, als een soort begeleiding en inspiratiebron.
‘Bittersweet’ bevat ook een tweede cd met nieuwe versies van nummers van Psy’Aviah, nummers van over je hele carrière, die intussen 20 jaar aan de gang is. Waarom heb je voor het concept van nieuwe versies gekozen in plaats van de klassieke remixen?
Het is een makkelijk antwoord. In plaats van remixes te laten maken, wou ik bands die ik zelf héél leuk vind eigenlijk uitnodigen om zelf, van scratch, hun eigen versie laten maken. Een remix is beperkend, ze kunnen het ritme niet volledig aanpassen. Akkoorden en stem aanpassen is ook niet altijd mogelijk, en daardoor geraakt de ‘sound’ van de band soms verloren. Nu kon ik de passie delen met fans, de bands die ik enorm leuk vind op hun geheel eigen manier laten horen. Tegelijk is het een deel ‘loslaten’, wat een deel van het thema ‘Bittersweet’ is. Ik laat de nummers los en kijk wat het wordt. Je hoeft niet overal controle over te hebben, soms is het goed eens een totaal ander perspectief te horen.
De nieuwe versies zijn echt heel divers, en bevatten zelfs covers door gitaargroepen als The Breath Of Life en Your Life On Hold. We weten dat je altijd veel belang gehecht hebt aan muzikale variatie, aan het vermengen van muziekstijlen. Wat zijn voor jou de hoogtepunten uit die uitstekende compilatie?
Ik kan echt geen keuze maken, maar de bands die je opnoemt zijn wel voorbeelden van waarom ik het deed. Het is muziek die ik zelf niet kan maken, het zijn compleet andere stijlen. Ook de muziek van Madil Hardis of kc woong zijn zaken die ik zelf niet zou doen. Ze behouden de essentie van het nummer, maar tonen hoe het helemaal anders kan door die vrijheid van eigen stem, geen beperkingen van een ‘remix’, en dergelijke ... Dat vond ik net zo interessant.
Je hebt de gewoonte om van je ‘singles’ heuse ep’s te maken met soms tot 18 nummers op. Hoe slaag je erin om zoveel nummers en remixen in te voegen op elke ep?
Deze keer vooral omdat ik de remixes niet op het album heb gezet, de ep’s zijn er vooral voor de dj’s en hardcore fans. Ook hier zijn de dj’s uitblinkers in hun vak, van trance experten, tot breakbeat en drum ’n bass experten, tot mensen die ambient volledig onder de knie hebben. Die genres heb ik soms aangeraakt, maar niet in hun pure vorm. Door een song dan te laten remixen in die pure stijlen krijg je ook weer een nieuwe invalshoek. Vaak handig voor dj’s, waardoor we 7” en 12” versies aanbieden, zodat ’t flexibiliteit biedt aan dj’s en radio’s.
Onze laatste ep ‘Ok’ is daar een goed voorbeeld van, we hebben breakbeats door Nethermere en ALUCVRD, trance van HelG en LLM, maar ook meer synthpop / electropop variaties van Digital Factor, MissSuicide en Am Tierpark. Tot slot ook rustige interpretaties, zoals de ‘stripped versie’ die de violen en stem vooral naar voor brengt; of de ‘Pulse Mandala’ versie die ambient brengt in het nummer.
Je kan nu terugkijken op 25 jaar musiceren als Psy’Aviah. Als je alles overloopt, wat waren dan de hoogtepunten, en welke waren de moeilijkste momenten?
De moeilijkste momenten zijn vaak mijn eigen schuld. Ik had vanaf het begin de intentie om divers te zijn in mijn muzikale output ... Maar doordat mijn eerste twee albums op Alfa Matrix vrij EBM/Electro-Industrial en dance gericht waren, verwachtten mensen een band die dat steeds zou blijven doen. Dat was uiteraard niet het geval. Vooraleer ik bij Alfa Matrix tekende, maakte ik muziek die veel minder die richting uitging. Anderzijds is het buiten de lijntjes kleuren en kiezen voor variatie ook net fijn geweest, en iets waar ik zelf blij van kan worden. Zeker met songs als ‘Ok’, ‘Song of Independence’, ‘Voodoo Love’, ‘Sunbird’, ‘No More Heroes’, ‘Our Common End’, ‘Can We Make It Rhyme’, ‘Pretender’ enzovoort. Het zijn geen songs zoals ‘In Silence’, ‘New Times’ of ‘Virtual Gods’ – maar voor mij zijn het wel uitdagingen geweest die me creatief een challenge hebben gebracht. Als ze dan goed ontvangen werden, dan was dat eens te meer leuk uiteraard ... Zo kan je grootste zwakte en frustratie soms ook je troef zijn. Niet iedereen zal het smaken, maar zo heb ik zelf wel veel nieuwe zaken geleerd én nieuwe mensen leren kennen – van fans tot muzikanten.