Empusae

"De kracht die ik heb gehad om de tienduizenden treden op en af te gaan, om de hitte en de drukte van de massa aan mensen te confronteren, link ik meer en meer direct met de natuurgeest Ganriki."

Door Xavier Kruth

03 maart 2024

Empusae heeft een nieuwe plaat uit, en zoals gewoonlijk is het een meesterwerk. ‘Pilgrimage to Ganriki’ vertelt over een tocht naar de Ganrikischrijn in Japan. Ganriki is de god van het oog in het shintoïsme, en meesterbrein Nicolas Van Meirhaeghe bezocht het schrijn ook omdat hij al een aantal jaren aan een zeldzame oogziekte lijdt: retinis pigmentosa. Het bezoek heeft hem diep geraakt, en hij vond het nodig om deze gevoelens in muziekvorm met ons te delen. Maar laten we vooral luisteren naar wat de meester er zelf over te vertellen heeft.

Je nieuwe plaat ‘Pilgrimage to Ganriki’ handelt over een pelgrimstocht naar de Ganrikischrijn – een van de heiligdommen uit het shintoïsme in Kyoto, Japan – die jij ondernomen hebt. Misschien moet je beginnen met even uit te leggen wat dat schrijn net voorstelt en waarom je dat wou bezoeken?

De shintoschrijn maakt deel uit van de heilige berg Inari. De berg op zich is een bakermat met vele goden of natuurgeesten – Kami geheten in het shintoïsme – die neerdaalden van de drie toppen van de berg. De Ganrikischrijn is een van de schrijnen die je onderweg naar de top van de berg kunt vinden.

Er is niet veel geweten over deze schrijn in kwestie. Het Shintoïsme bevat namelijk geen officiële geschriften zoals bij andere religies. Ganriki zou vertaald kunnen worden als ‘god van het oog’, en is een trekpleister voor Japanners die hopen op genezing, revalidatie en gezondheid van de ogen. Zelfs in Japan is deze Kami weinig bekend.

Mijn partner Christel Morvan – ook bekend als Nesisart – heeft op het internet de schaarse informatie hierover ontdekt, jaren geleden. Bij ons laatste bezoek aan Japan, vorige lente, hebben we dit bezoek ingepland, zonder echt veel overtuiging dat het de moeite waard zou zijn. Maar met mijn huidige oogziekte, dachten we dat we niets te verliezen hebben. De berg Inari op zich is een prachtig oord, heel bekend voor zijn tienduizend Torii’s – traditionele Japanse poorten die toegang geven tot een heiligdom –, veel schrijnen en tempels.

De plaat is een verslag van je reis. Laat me eerst en vooral mijn grote bewondering uitdrukken voor deze prachtplaat. Ik hoor heel wat oosterse klanken en instrumenten. Hoe heb je dat aangepakt? Zijn het originele instrumenten of heb je gewerkt met digitale klanken en samples? Had je ook al een idee van de structuur van de plaat vooraleer je begon te componeren?

De klanken en instrumenten zijn zowel eigen, soms zelfgemaakte, instrumenten als virtuele instrumenten uit Japan. Ik moest deze intense ervaring absoluut verwerken in muziek. Ik heb me eerder laten leiden door mijn gevoelens en wat het met mijn geest heeft gedaan. Het was niet de bedoeling om een afgewerkt product met narratieve structuur te maken. Het was voornamelijk bedoeld als persoonlijke eerbetoon aan Ganriki-san en om de ervaring van de pelgrimstocht als het ware vast te leggen in een compositie, net zoals iemand anders een dagboek zou houden, om het zeker niet verloren te laten gaan.

Je spreekt van een ‘openbaring’ die je hebt gehad toen je de weg naar het schrijn had afgelegd. Je voegt er wel aan toe dat de openbaring het gevolg is van de reis en niet van de god. Hoe belangrijk was de spirituele en mystieke dimensie van de reis voor jou?

Het is heel dubbel voor mij en ik ben er nog steeds niet uit of het de tocht op zich is, de emoties en overwinning van al de obstakels die ik ben tegengekomen, die me de openbaring heeft geschonken, ofwel de Kami zelf. Ik denk eerlijk gezegd dat het een combinatie van beide is.

De kracht die ik heb gehad om de tienduizenden treden op en af te gaan, om de hitte en de drukte van de massa aan mensen te confronteren, link ik meer en meer direct met deze natuurgeest. Het moment van het gebed aan de schrijn heeft me diep geraakt en heeft effectief iets veranderd, een klik in mijn hoofd. Het is een onverwoordbare ervaring die tot op vandaag nog evolueert en waar ik onophoudelijk uit put.

Het is de belangrijkste – en enige! – mystieke ervaring die ik ooit heb gehad.

In een vorig interview – naar aanleiding van je meesterwerk ‘Lueur’ uit 2017 – vertelde je ons over je ziekte, retinitis pigmentosa, waardoor je langzaam blind wordt. Lukte het om de schrijn te bezoeken ondanks je verminderde zichtvermogen?

Het was een serieuze uitdaging. Ik was er me ook niet van bewust dat het zo beproevend zou zijn. Ondanks de begeleiding van Christel en mijn witte stok, blijft trappen op en af gaan – zeker zonder leuning en met heel veel mensen voor, naast en achter mij in twee richtingen – iets heel ingewikkeld. Wat begon als een toeristische wandeltocht, evolueerde in eerste instantie tot een helse lijdensweg. Maar bij elke trede richting Ganriki-san voelde ik meer kracht en zelfzekerheid, tot grote verbazing van Christel, die niet echt kon vatten wat mij overkwam. Ik begon het te ervaren als een pelgrimstocht en een uitdaging, dingen die ik eerder ontweek omdat die te confronterend waren.

Hoe is je ziekte geëvolueerd sinds de uitgave van ‘Lueur’? Is retinitis pigmentosa een hindernis voor jou om muziek te componeren of om op te treden?

In de periode van ‘Lueur’, was mijn handicap voornamelijk nachtblindheid en verminderend contrastzicht. Ondertussen zijn deze aspecten verergerd met nieuwe symptomen erbij, zoals tunnelvisie, verlies van diepte en bijziendheid. In de studio blijf ik inventief om toch te kunnen componeren met talrijke aanpassingen. Daardoor kom ik op nieuwe technieken om te creëren, waar ik anders nooit op gekomen zou zijn.

Optreden is meer ingewikkeld. Ik speelde vroeger percussie bij verschillende projecten zoals Ordo Rosarius Equilibrio, Tzolk’in, Triarii en In Slaughter Natives. Deze samenwerkingen heb ik spijtig genoeg moeten stopzetten. Als Empusae heb ik het nog niet helemaal opgegeven, maar het is niet evident om de nodige condities en aanpassingen te vragen bij concertorganisaties en venues. Momenteel blijf ik zoeken naar manieren om het toch mogelijk te maken. Het grootste probleem is niet het moment van de performance zelf, maar de uren en dagen ervoor, het reizen, zich verplaatsten van en naar de zaal, en de uren die ik moet spenderen in donkere ruimtes in het bijzijn van andere mensen. Het sociaal gebeuren is op deze momenten heel moeilijk en confronterend.

‘Lueur’ uit 2017 was denk ik ook de eerste plaat waarvoor je levenspartner Christel Morvan of Nesisart de hoes had ontworpen. Zij maakt sindsdien alle artwork voor je werk. Hoe verloopt dat, zo’n samenwerking in een koppel? Werkt Christel volledig zelfstandig op basis van je muziek, of is er een soort dialoog waarbij je haar aanwijzingen geeft?

Christel maakt artwork voor Empusae sinds het album Symbiosis uit 2012. Er is geen vaste manier van werken. Soms geef ik haar een idee van wat ik zelf had gedacht als cover. Andere keren geef ik haar carte blanche en laat ze zich inspireren door de muziek. Andere keren laat ze zich inspireren door de titels of het concept van de plaat, zoals bij ‘Lueur’ of ‘Pilgrimage to Ganriki’.

Momenteel schrijf ik een nieuwe plaat gebaseerd op beelden die ze heeft gemaakt rond een eigen concept. Haar beelden en mijn muziek kunnen niet meer worden losgekoppeld. Beiden beïnvloeden elkaar rond het project Empusae. Ze brengt in beeld wat ik in muziek neerschrijf en omgekeerd. Ze is mijn zicht en verbeeldt ook mijn composities.

Op ‘Iter in Tenebris’ uit 2019 ontworp Nesisart kunstwerken die via augmented reality – als je ze met de juiste app via je smartphone bekijkt – kunnen bewegen. Hoe zijn jullie op dat idee gekomen? Heb je het gevoel dat het bijgedragen heeft aan de verkoop van de fysieke plaat op vinyl en cd, omdat mensen geïnteresseerd waren in de bijhorende kunst?

Christel is heel vertrouwd met deze technologie en heeft meerdere werken in deze stijl gepubliceerd in boeken en op tentoonstellingen. Zij is natuurlijk op het idee gekomen om de demonen en de cover van de plaat in augmented reality te illustreren.

Of het veel heeft bijgedragen heeft aan de verkoop is nog maar de vraag. Het is voornamelijk het label dat zich daarmee bezighoudt, maar ik heb wel weet van vele mensen die de cd en gelimiteerde vinyl net daarom hebben gekocht. De mensen die de animatie zagen bij de merch stand bij optredens waren meestal erg onder de indruk en letterlijk en figuurlijk verkocht als het ware. (Lacht)

Je hebt ‘Iter in tenebris’ voorgesteld als een vervolg op ‘Lueur’. Wat bedoelde je daarmee? Komt er nog een verder vervolg op deze twee platen?

‘Lueur’ was een manier om om te gaan met diagnose van retinitis pigmentosa. ‘Iter in Tenebris’ had hetzelfde concept, maar het pantheon van demonen werd uitgebreid met drie andere demonen waarmee ik te kampen had. Beide platen waren therapeutisch. Er is geen plan om er een trilogie van te maken, want bij mijn weten zijn er geen andere demonen waarmee ik nog samenleef. Maar, zeg nooit ‘nooit’ … juist?

Ik ben blij dat ik nog een cd van ‘Iter in tenebris’ heb kunnen kopen, want ik geloof dat de plaat bijna uitverkocht is. Ik verneem dat ook jij moeite hebt om nog een label te vinden om je muziek uit te brengen, onder meer voor de uitgave van ‘Pilgrimage to Ganriki’. Hoe kijk jij naar de neergang van fysieke toondragers?

Ik heb helemaal geen moeite om een label te vinden, hoor. Ik werd zelf door het label Les Nouvelles Propagandes, en door een andere label uit de VS, gecontacteerd om ‘Pilgrimage to Ganriki’ uit te brengen op cd. Ik was oorspronkelijk niet van plan om die plaat zelfs maar digitaal uit te brengen, maar ik heb later dan beslist om dat toch te doen, op bandcamp. Ik was dus nog minder op zoek naar een label om het fysiek uit te brengen. Maar Jean-Yves was zo onder de indruk van mijn verhaal in combinatie met de muziek dat hij het heel graag op zijn label wou uitgeven.

Je hebt Empusae vaak omschreven als een ‘soundtrack for the imagination’. Vind je dat je nog steeds aan die definitie voldoet? Was die gedachte er al van in het begin, of is dat gaandeweg gekomen?

Dat is voor de meeste platen zeker het geval. Bij ‘Lueur’, ‘Iter in Tenebris’ en ‘Pilgrimage to Ganriki’ is er natuurlijk een meer persoonlijke link. Maar de meeste muziek zou ik nog steeds op dezelfde manier beschrijven. Er komt zelfs muziek uit als ‘echte’ soundtrack voor films en games in de toekomst. Dat gaat dus een stapje verder dan de ‘imaginary’.

Heb je nog meer plannen met Empusae in de nabije toekomst?

Er komt dit jaar en volgend jaar nog heel wat nieuw werk uit. Naast filmmuziek en muziek voor games, komen er ook verschillende samenwerkingen uit op cd. Daarover kan ik nu nog niets verklappen. Alles hangt af van de tijdschema’s van de betrokken labels. Maar beetje bij beetje zullen er projecten onthuld worden.

Empusae

Delen op

Over Xavier Kruth

Xavier Kruth bekeerde zich al op jonge leeftijd tot het gothicdom. Toen hij begon te puberen, moest hij lang zagen om een zwarte broek te mogen hebben. Toen hij tegenover zijn moeder argumenteerde dat hij gewoon om een zwarte broek vroeg, niet om zijn haar omhoog te doen in alle richtingen, repliceerde ze dat als hij nu een zwarte broek zou krijgen, hij daarna toch zijn haar torenhoog omhoog zou doen. Xavier was versteld over de telepathische vermogens van zijn moeder. Hij leerde destijds ook gitaar spelen, en sinds 2006 speelt hij in donkere kroegen met zijn melancholische kleinkunstliedjes in verschillende talen. In 2011 vervoegde Xavier het team van Dark Entries. In Dark Entries las hij ook dat The Marchesa Casati (gothic rock) een gitarist zocht, en zo kon hij een paar keer met de groep optreden. Later speelde hij bij Kinderen van Moeder Aarde (sjamanische folk) en werkte samen met Gert (kleinpunk). En het belangrijkste van al: in 2020 bracht hij samen met Dark Entries-collega Gerry Croon de plaat ‘Puin van dromen’ uit onder de naam Winterstille.

Wil je Dark Entries steunen? Doe een gift op BE49 0017 6243 8971

© Dark Entries. Alle rechten voorbehouden. Ontwerp door We Cre8 It.