Mike Pinder en The Moody Blues
Mike Pinder werd geboren als Michael Thomas Pinder te Erdington bij Birmingham op 27 december 1941 en zou vooral bekend worden als toetsenist en zanger bij The Moody Blues en ook als de man die de mellotron in de popmuziek en de (prog)rock introduceerde.
Eigenlijk was voor hem een militaire carrière weggelegd, aangezien zijn gehele familie in het leger had gediend. Uiteindelijk hield hij het er maar een goed jaar vol, maar hij deed er wel veel inspiratie op voor zijn muziek.
Vanaf 1962-63 werkte Pinder bij Streetly Electronics in Streetly, Birmingham, een firma die in de UK de eerste mellotron modellen ontwikkelde en op de markt bracht. De Mellotron was eigenlijk een adaptatie van de Chamberlin die in de jaren 50 in de VS was ontwikkeld. In mei 1964 verliet Pinder Streetly Electronics om The Moody Blues op te richten met Ray Thomas, Denny Laine, Clint Warwick en Graeme Edge.
In die eerste bezetting met zanger-gitarist Denny Laine en bassist Clint Warwick waren The Moody Blues een rhythm-and-blues band zoals bijvoorbeeld ook The Animals, The Rolling Stones, The Pretty Things. Deze bezetting nam het album “The Magnificent Moodies” op in 1965. The Moody Blues scoorden al gauw een hit met de single “Go Now” maar toen een vervolghit uitbleef, vertrokken in 1966 Clint Warwick en Denny Laine. Deze laatste zou later bij de Wings van Paul McCartney terechtkomen. Clint Warwick en Denny Laine werden vervangen door respectievelijk John Lodge en de nieuwe zanger-gitarist Justin Hayward.
Met Justin Hayward zouden The Moody Blues al snel de psychedelische en progrocktoer opgaan. Het eerste album in die stijl was het symfonische meesterwerk “Days Of Future Passed” dat verscheen in november 1967.
Op de Moody Blues platen vanaf 1967 bespeelt Mike Pinder echter niet enkel de mellotron, maar ook orgel en piano. Hij speelt harpsichord (klavecimbel), Moog synthesizer, tablas, verschillende keyboards en percussie-instrumenten, autoharp, tambura, cello, bass en akoestische en elektrische gitaren. De taakverdeling bij The Moody Blues was dus niet zo strikt. In de periode van 1964 tot 1978 deed hij ook vocale harmonieën en een deel van de lead vocals en hij was ook de belangrijkste muzikale arrangeur van de band.
Mike Pinder als mellotron pionier
Pinder werkte dus eerst voor Streetly Electronics, het bedrijf dat uiteindelijk de mellotron zou fabriceren, een uiterst kwetsbaar elektronisch tape/muziekinstrument dat vooral in de begindagen vaker stuk was dan bruikbaar. Doordat Pinder vanaf het begin erbij betrokken was, werd hij gezien als dé mellotron technicus. De bijnaam voor het instrument werd dan ook de 'Pindertron'.
Een mellotron is een elektrisch muziekinstrument met toetsen, waarbij het geluid geproduceerd wordt door middel van op magneetbanden opgenomen geluidsfragmenten. Bij indrukken van een toets wordt een band door een aandrukrol tegen een magneetkop gedrukt. Die banden vormen echter geen loops maar het zijn losse strips die in een bak worden opgevangen. Achter de banden draait een constant aangedreven as, zodat bij indrukken de band langs de magneetkop beweegt en het daarop opgenomen geluid wordt weergegeven. Bij loslaten van de toets wordt de band door een veer weer in zijn beginpositie gebracht.
In de bezetting Hayward, Lodge, Pinder, Thomas, Edge beleefden The Moody Blues een aantal erg succesvolle jaren (1967-1974) en maakten ze de legendarische reeks van zeven psychedelische progrock albums, met als eerste dus “Days Of Future Passed” (1967) en als laatste “Seventh Sojourn” (1972). Over The Moody Blues schrijft Oor’s Popencyclopedie: ‘met een marihuanasigaret in de hand droomt een Moodies-plaatje heerlijk weg’.
De muzikale rolverdeling bij The Moody Blues was als volgt:
Justin Hayward: zang, gitaren
John Lodge: zang, basgitaar, gitaar, cello
Ray Thomas: zang, blaasinstrumenten (waaronder dwarsfluit)
Mike Pinder: zang, toetsen
Graeme Edge: drums, poëzie
Mike Pinder zorgde op de albums voor de meer filosofische en maatschappijkritische teksten en composities. Voor de songs die hij zelf schreef, deed hij meestal ook de leadzang.
Via de firma kon Mike Pinder een tweedehands mellotron krijgen en hij zou het instrument gaan gebruiken op een ganse reeks Moody Blues songs, te beginnen met de single “Love And Beauty”, een flowerpowersong geschreven en gezongen door Mike Pinder, en zijn enige A-kant na 1966 (met de nieuwe bezetting dus). Mike Pinder introduceerde de mellotron bij zijn vriend John Lennon en The Beatles namen er in 1967 prompt “Strawberry Fields Forever” mee op.
De mellotron werd door The Moody Blues als een van de karakteristieke instrumenten gebruikt maar werkte allesbehalve perfect. Zeker in de beginperiode lag het instrument vaker in panne dan dat het werkte. Gelukkig was Mike Pinder zelf de mellotron technicus bij uitstek.
De mellotron heeft een kenmerkende zweverige klank zoals bijvoorbeeld goed te horen is op de hitsingel “Memories” (1972) van de Nederlandse progband Earth & Fire en op het album “End Of The World” (1968) en de hitsingel “It's Five O' Clock” van de Griekse psychedelische progband Aphrodite’s Child (met Vangelis).
Mike Pinder was een van de eerste muzikanten die de mellotron bespeelde op live optredens maar dat lukte niet zonder slag of stoot. Het instrument kende vele kinderziektes en hij moest vertrouwen op zijn kennis als technieker bij Streetly Electronics, de firma die de mellotron ontwikkelde. Bij het eerste optreden van The Moody Blues in de USA viel de achterwand van de mellotron open en alle tapestrips vielen eruit. Mike Pinder bleef echter kalm, nam zijn werkset en wist het instrument in 20 minuten op het podium te repareren terwijl de lichtcrew het publiek zoet hield door cartoons te projecteren.
In 1971 was Mike Pinder gastmuzikant op John Lennon's album “Imagine”, op de songs “I Don't Wanna Be A Soldier (I Don't Wanna Die)” en “Jealous Guy”. Het was de bedoeling dat hij mellotron zou spelen maar John Lennon’s mellotron was in zo een slechte staat dat Mike Pinder en niks mee kon aanvangen. Volgens Pinder leken de tapelinten in John Lennon zijn mellotron op ‘een kom spaghetti’. In plaats van mellotron speelde hij daarom tamboerijn op deze songs.
We bespreken nu kort de legendarische reeks van zeven Moody Blues albums en de rol erin van Mike Pinder en de mellotron.
1. Days Of Future Passed (1967)
Zoals reeds aangehaald was het eerste album van de nieuwe bezetting het symfonische meesterwerk “Days Of Future Passed” dat verscheen in november 1967. Dit was ook het eerste Moody Blues album en het eerste album tout court waarop de mellotron te horen was. En ook een klassiek orkest. “Days Of Future Passed” wordt ook vaak beschouwd als de eerste conceptplaat (het concept was de dagindeling, een dag in het leven van een gewone mens) en als het eerste symfonische rock of progrockalbum (het debuut van Procol Harum bijvoorbeeld verscheen pas een maand later). Van de plaat werd het nummer “Nights In White Satin” een wereldhit.
Mike Pinders “Dawn (Is A Feeling)”, met leadvocals door Justin Hayward terwijl Mike Pinder de brugsectie zingt, opent het album na het instrumentale “The Day Begins”. Pinder schreef ook “The Sunset” en doet de vertelstem bij de gedichten van drummer Graeme Edge: het openingsgedicht “Morning Glory” en het slotgedicht “Late Lament”.
2. In Search Of The Lost Chord (1968)
Mike Pinder schreef en zong meerdere van de beste, de meest progressieve en zelfs mystieke songs van de band, waaronder, op dit tweede album in de reeks, “(Thinking is) The Best Way To Travel” en “Om”. “Om” wordt voorafgegaan door het gedicht “The Word”, geschreven door Graeme Edge en voorgedragen door Mike Pinder.
3. On The Threshold Of A Dream (1969)
Nog zo een stuk is het innovatieve symfonische rock drieluik “Have You Heard (part one)/The Voyage/Have You Heard (part two)” dat het derde album in de reeks afsluit. Mike Pinder reciteert ook Graeme Edges gedichten “In The Beginning” (met Edge en Hayward) en “The Dream” en schrijft en doet de lead zang op het liefdeslied “Deep Within You”.
4. To Our Childrens Childrens Children (1969)
Het vierde album in de rij begint met een song van Graeme Edge, “Higher And Higher”. Pinders Mellotron simuleert hier het geluid van een opstijgende raket. Het album was namelijk geïnspireerd door de maanlanding in 1969 en het was het eerste album op het door The Moody Blues opgerichte eigen label Threshold Records (genoemd naar het vorige album). Mike Pinder schreef en zong voor dit album de song “Sun Is Still Shining”. En hij zong de lead vocals op een zeldzame samen met John Lodge geschreven song: “Out And In”. Pinders mellotron was ook prominent aanwezig op tracks zoals Edges instrumental “Beyond” en de Hayward–Thomas compositie “Watching And Waiting”, die het album afsloot.
5. A Question Of Balance (1970)
De door Mike Pinder geschreven en van leadzang voorziene song “Melancholy Man” van het vijfde album in de reeks wordt een nummer 1 hit in Frankrijk. Voor dit album schrijft hij ook “How is it (We Are Here)”, het zijn twee weemoedige en melancholische songs, de tweede stelt daarbij ook nog een existentiële vraag. Hij draagt ook het gedicht “The Balance” voor op de slottrack met poëzie van Graeme Edge en muziek van Ray Thomas.
6. Every Good Boy Deserves Favour (1971)
Het zesde album opent met een heel knappe, intrigerende en experimentele track: “Procession”. Deze compositie schreef Mike Pinder samen met de andere bandleden en was een verdienstelijke poging om de evolutie van vocale en muzikale harmonie te illustreren, van primitief en tribal over middeleeuws en renaissance/barok met klavecimbel tot modern eindigend met elektrische gitaar en begeleid door samples van onweer en vogeltjes en natuurlijk de mellotronklanken. Hij deed ook co-lead vocal en solozang met Hayward, Lodge en Thomas op “After You Came”, een song van drummer-poëet Graeme Edge. En zelf schreef hij de melancholische slotsong “My Song”, een diep reflectief en atmosferisch stuk, natuurlijk weer boordevol mellotronklanken.
7. Seventh Sojourn (1972)
In 1972 nemen The Moody Blues, dan op het toppunt van hun populariteit, het zevende en laatste album op in deze legendarische reeks: “Seventh Sojourn”. Er staan twee songs op geschreven en gezongen door Mike Pinder: “Lost in a Lost World”en “When You're A Free Man”, opgedragen aan LSD-goeroe Timothy Leary. De grote hit van het album was echter het door John Lodge geschreven “I’m Just A Singer (In A Rock And Roll Band)”. Uiteindelijk werd Mike Pinder de fratsen van de onbetrouwbare mellotron blijkbaar toch wel beu want voor dit album bespeelde hij het Chamberlin keyboard, dat een gelijkaardige klank gaf maar een pak minder kuren had.
Sabbatical en reünie
In 1974, na de legendarische reeks van zeven albums, namen The Moody Blues na een lange wereldtournee een sabbatical om te werken aan soloalbums. Mike Pinder vertrok naar de Verenigde Staten en maakte ook een solo album: “The Promise”, een wat new-ageachtig album dat nog meer de religieus-filosofische toer opging.
In 1978 kwamen de Moody Blues weer bij elkaar, maar ze waren te sterk uit elkaar gegroeid. Mike Pinder kon zich niet meer vinden in de nieuwe muzikale richting van de groep die meer de (synth)pop toer wilde opgaan in plaats van filosofisch diepgaande songs. Er wordt ook gezegd dat Mike Pinder toen aan godsdienstwaanzin leed. Hij werkte nog mee aan een paar songs op het reünie-album “Octave” (1978) maar stapte dan uit de band en werd vervangen door de Zwitserse keyboardspeler Patrick Moraz (ex-Yes). Mike Pinder trok zich definitief terug op zijn Amerikaanse Indigo Ranch te Malibu, waar hij zijn eigen geluidsstudio liet bouwen.
Mike Pinder na de Moody Blues
Na zijn Moody Blues periode ging Mike Pinder werken bij de muziekafdeling van de Atari Computer Corporation. In de jaren 90 maakte hij nog een paar onsuccesvolle soloalbums en het werd stil rond hem. Pas toen zijn drie zoons actief werden in de muziek- en filmwereld, werd hij zelf ook weer muzikaal actief. Matt en Michael Lee Pinder vormden samen The Pinder Brothers en namen samen met hun vader een 3-tal albums op, waarvan het eerste, “Jupiter Falls”, in 2006 verscheen. Mike Pinder speelt weer mellotron op een aantal van deze songs. Daniel Pinder, de oudste zoon, was betrokken bij filmmuziek van zowel “Pirates Of The Carribean” als “The Da Vinci Code”. In April 2018 werd Mike Pinder opgenomen in de Rock and Roll Hall Of Fame als lid van The Moody Blues
Mike Pinder overleed op 24 april 2024 op 82-jarige leeftijd in zijn huis in Californië aan de verwikkelingen van dementie. Hij was het laatst overgebleven originele lid van The Moody Blues.
De mellotron in de (prog)rock
Naast de Beatles op meerdere albums en de hitsingle “Strawberry Fields Forever” (1967), gaan ook de Rolling Stones al erg vroeg de mellotron gebruiken. Vooral op hun psychedelische album “Their Satanic Majesties Request” (1967) is het instrument te horen.
De mellotron wordt eind jaren 60 en in de jaren 70 een instrument dat vooral populair zou worden bij psychedelic rock en progrockbands. Volgende progrockbands of artiesten gebruiken intensief de mellotron: King Crimson, Yes en Rick Wakeman op zijn soloplaten, Genesis en Steve Hackett op zijn soloplaten, Klaatu, Premiata Forneria Marconi (PFM) en Caravan op “In The Land Of Grey And Pink” (1971). Als we hier één album mogen aanraden laat het dan King Crimsons debuut “In The Court Of The Crimson King” (1969) zijn en op plaats twee “Voyage Of The Acolyte” (1975) van Steve Hackett, een waar mellotron feest culminerend in de machtige slottrack “Shadow Of The Hierophant”. Het sterkste mellotron moment bij Genesis is het einde van “Seven Stones” van hun “Nursery Cryme” album (1971).
Pink Floyd maakt gebruik van de mellotron op het album “A Saucerful Of Secrets” (1968), beide kanten van de single “It Would Be So Nice/Julia Dream” (1968), op de track “Sysyphus” op Ummagumma (1969), vrij beperkt op het album “Atom Heart Mother” (1970) en op de song “Embryo”.
Naast de progrock wordt de mellotron ook dankbaar gebruikt in de verwante spacerock scene, onder meer door Hawkwind en door Gong op het album “You” (1974) en in de eveneens erg verwante Krautrock scene bij bands of artiesten als onder meer Amon Duül II, Cosmic Jokers, Ashra (Temple), Klaus Schulze, Edgar Froese, Tangerine Dream en Kraftwerk op “Trans Europa Express” (1977).
Van de grote synthesizerartiesten van de jaren 70 gebruikte Jean-Michel Jarre de mellotron. Vangelis dan weer niet, enkel toen hij in de sixties nog in de psychedelische progband Aphrodite’s Child zat.
In de glamrock noteren we David Bowie, Brian Eno van Roxy Music en Marc Bolan van T. Rex als mellotron liefhebbers. David Bowie scoorde een hit met “Space Oddity” (1969) waarin de zweverige mellotronklanken heel duidelijk komen bovendrijven. Vooral in de albums “Diamond Dogs” (1974) en “Low” (1977) zit ook nog behoorlijk wat mellotron. Aan het hardrockfront gebruiken Led Zeppelin en zelfs Black Sabbath (album “Vol. 4”, 1972) de mellotron en ook bijvoorbeeld Magnum en Aerosmith.
Eind de jaren 60 tot halverwege de jaren 70 was de mellotron om zo te zeggen overal te horen, in progrock maar ook in veel bredere pop kringen. In zekere zin was de mellotron een mechanische voorloper van de sampler, hoewel het apparaat niet de mogelijkheid bood zelf geluiden op te nemen. Hoewel de mellotron erg lastig was in onderhoud en vaak in panne viel, was het instrument omwille van zijn unieke sound zo legendarisch en populair dat in 1998 terug een nieuw en verbeterd model op de markt werd gebracht.
Een hedendaagse band die heel intensief gebruikt maakt van de mellotron en het instrument ook meeneemt op toer, is de Zweedse progrockband Anekdoten, die al een 6-tal studio-albums vol mellotronklanken en gitaren inblikten. De mellotron is bij deze band echt dé gimmick en muzikaal zijn ze duidelijk schatplichtig aan King Crimson. Ook Radiohead maakt gebruik van de mellotron op “OK Computer” (1997) en Smashing Pumpkins op meerdere platen.
De mellotron in new wave en postpunk
De reden waarom er relatief weinig new wave en postpunk bands mellotron gebruiken, hoewel de intentie en interesse er zeker was, is omdat er na een tijd grote problemen ontstonden bij Streetly Electronics en de productie rond 1980 al stokte omdat de firma onmogelijk kon concurreren tegen de veel goedkopere en technisch veel betere synthesizers. In 1988 ging Streetly Electronics na een lange lijdensweg dan echt finaal failliet. Dus met andere woorden, er waren voor de new wavers en postpunkers geen goedkope mellotrons te verkrijgen. Synths waren stukken goedkoper. Bovendien ontbrak nu de technische support en moest je zelf al behoorlijk handig zijn en technisch onderlegd om een mellotron in gebruik te houden. Ook met de support liep het al langere tijd mank..
Met het goedkoper worden van de sampler tegen eind jaren 80, begin 90 doet de mellotron (gesamplede dan) weer meer zijn intrede tot zelfs in de metal. Voorbeelden van metal bands die een digitale mellotron gebruiken zijn de progmetalband Opeth en de black metal band Absu.
Voor de rest van dit artikel trachten we ons te beperken tot acts die een echte, fysieke mellotron gebruiken, maar echt helemaal duidelijk is dit niet altijd. We merken ook op dat bands of artiesten die een mellotron gebruiken, die niet noodzakelijkerwijs zelf hoeven te bezitten. Vaak was het de muziekstudio waar ze hun plaat opnamen, die een mellotron bezat.
Maar terug naar de new wavers dus. Mellotrons waren voor hen dus nog moeilijk verkrijgbaar en (daardoor) ook duur. Ultravox drummer Warren Cann zei in een interview: ‘We certainly weren't about to go buy a Mellotron, although if we could have afforded it (and the support infrastructure to go along with it) we just might have been mad enough’.
Ultravox niet dus, want ze konden het zich in de eerste plaats niet veroorloven, maar een muzikaal verwante band die wél de mellotron gebruikte was Orchestral Manoeuvres In The Dark (OMD). Meer zelfs: de bekendste new wave of synthpop song mét mellotron is waarschijnlijk wel de song “Maid Of Orleans” (1981) van OMD.
XTC kochten hun eigen M400 mellotron (met twee tape frames) in 1983. XTC gitarist en toetsenist Dave Gregory beklaagt zich in een interview wel over de gebruiksonvriendelijkheid van het toestel: "Tijdens de repetities voor “Mummer” zaten we te denken aan iets anders om te gebruiken. Mellotron? Ja! We keken in de Melody Maker en daar stond er daadwerkelijk één te koop, we moesten er wel voor naar Zuid-Wales. Ik denk dat die kerel net zijn baan bij een art-rockgroep had opgezegd. Toen we het instrument kregen en ik het open maakte om te zien hoe het werkte, kon ik mijn ogen niet geloven; de tape zat vast aan veren die hem na acht seconden terugtrokken en er is een wiel dat wordt aangedreven door een grote ventilatorriem. Bovendien duurde het ongeveer tien minuten om op te warmen nadat je hem had aangezet. We moesten hem van tijd tot tijd schoonmaken en de zekeringen gingen vaak kapot toen we hem voor het eerst kregen. Absoluut verouderde technologie’.
New wave of postpunk of verwante artiesten die de mellotron regelmatig gebruiken zijn naast OMD en XTC (en hun psychrock zijproject Dukes Of Stratosphear) ook Squeeze, Elvis Costello, A-Ha en Images In Vogue (pre-Skinny Puppy).
Een andere new wave band die een bevestigde fysieke mellotron in huis had en regelmatig gebruikte was Cocteau Twins. Simon Raymonde (toetsenist maar ook bassist, gitarist, songwriter en coproducer hij Cocteau Twins) bevestigt dat hij alle mellotron stukken speelde op een M400 die hij voor een prikje op de kop had kunnen tikken.
Eerder occasioneel mellotron gebruik vinden we terug bij Martha & The Muffins, Soft Cell, Heaven 17, Human League, Echo & The Bunnymen, Wang Chung, And Also The Trees, Adam Ant, Bauhaus zijproject Tones On Tail, NIN (op “The Downward Spiral”, 1994) en Marilyn Manson (dankzij Trent Reznor op “Cryptorchid” op het album “Antichrist Superstar” (1996), maar ook op een paar andere platen).
Angel Provocateur is een Amerikaanse dark wave band die zwaar gebruik maken van de mellotron. Dat doet ook de Brit Julian Cope (The Teardrop Explodes en later steeds meer en meer geïnteresseerd in psychedelica). Er bestaat zelfs een solo album van Dee Dee Ramone met Chris Spedding op mellotron (“Hop Around”, 2000).
Swans toetseniste Jarboe gebruikt de mellotron op de songs “Love Of Life” en “In The Eyes Of Nature” op het Swans album “Love Of Life” (1992).
Joy Division zou volgens de website Planetmellotron (dé website voor wie geïnteresseerd is in het gebruik van de mellotron in de pop en rock) op het nummer "Decades" op “Closer” (1980) ook een mellotron gebruikt hebben.
In de neofolk noteren we het Britse Sol Invictus op “The Devil’s Year” op het album “Once Upon A Time” (2014) en ook het Duitse Art Abscons.
Coil gebruikte de mellotron onder meer op “Astral Disaster” (1999) en op “Swanyard” (2019) staat zelfs de “Mellotron Song (amber rain demo)”.
The Cult gebruiken mellotron op “Sonic Temple” (1989, de songs “American Horse” en “Soul Asylum”) en op “Ceremony” (1991, de song “White”) en The Cure gebruiken het instrument op het album “Wish” (1992) op de songs “Wendy Time” en “Trust”.
Een muzikant die er in slaagde om de mellotron zonder technische support doorheen de jaren 80 te loodsen was de Nederlander Peter Van Vliet (Mekanik Kommando en The Use Of Ashes). Hij is ook op zijn mellotron te horen op een plaat van De Fabriek (“Labish Intermediaries”, 1989).
We wijzen ook nog op het bestaan van de Duitse synthpopband Melotron (met één L) maar – we zagen ze ooit live op M’era Luna – die gebruiken dus helemaal geen mellotron…
De mellotron kom je buiten de prog ook tegen op allerlei plaatsen waar je het niet direct zou verwachten. We focusten in dit artikel om begrijpelijke redenen op prog en verwante genres enerzijds en op new wave en postpunk anderzijds, maar zelfs Jean Blaute gebruikte de mellotron op een aantal van zijn producties zoals bij Jef Vanuytsel en Urbanus (“Symfonieke Van Den Uitkomen” op “Urbanus van Anus Leevend”, 1974). Als Belgisch mellotron album noemen we tenslotte nog “The President Of The L.S.D. Golf Club” van Hooverphonic (2007).
Henk Vereecken (met dank aan Dimitri Cauveren voor de hulp)