Vrijdag 26 juli
De laatste restanten van de Gentse Feesten van tussen mijn tanden peuterend, begeef ik me op vrijdag om iets na negen uur richting station voor de volgende halte: Keulen Hauptbahnhof. Op het menu staat deze keer geen pistolé me uuflakke (een culinaire specialiteit van Gent), maar wel de achttiende editie van één van de meest gezellige festivals die de scene kent: Amphi. Het festival werd in 2005 in het amphitheater (vandaar de naam ‘Amphi’) van Gelsenkirchen uit de grond gestampt, om een jaar later naar de Tanzbrunnen van Keulen te verhuizen. Sindsdien verwelkomt Keulen traditiegetrouw tijdens het voorlaatste (dit jaar laatste) weekend van juli meer dan 12500 liefhebbers van het betere werk uit de underground. In 2015 werd door de werken aan het Staatenhaus uitgeweken naar de Lanxess Arena. Wie er toen bij was, zal zich wellicht herinneren dat dit een geluk bij een ongeluk was, gezien er dat weekend een heuse storm over Keulen en omstreken trok. Het bleef toen niet alleen bij donderen, maar doordat het merendeel van de optredens in deze indoor locatie plaatsvonden, kon het festival gewoon verdergezet worden. In 2016 keerde Amphi terug naar de geliefde stek aan de oevers van Rijn om er sindsdien trouw te verblijven. Het Staatenhaus wordt sindsdien niet meer in gebruik genomen, maar als plan B werd voor een schip gekozen dat aangemeerd ligt aan de ingang van de Tanzbrunnen. Een deel van de optredens vindt hierop plaats en ervaring leert me dat deze setting voor een meer intieme en gelaten sfeer zorgt. Wie in de Tanzbrunnen zelf wil blijven, heeft de keuze tussen één buiten (hoofd)podium, en één podium binnen in het Theater.
Ik ben net op tijd aan de Tanzbrunnen om de rij - waar maar geen einde aan lijkt te komen - te aanschouwen die naar de zevende editie van ‘Call The Ship To Port’ leidt. De mosterd voor deze benaming haalden de organisatoren bij een nummer van Covenant en het concept is eenvoudig: op vrijdag gaat het Amphi feest van start met een aantal optredens die plaatsvinden op een schip. Deze keer viel de eer te beurt aan [x]-rx, Rabia Sorda en Combichrist. Tickets voor deze formule waren reeds maanden op voorhand uitverkocht. Om 20u wuif ik de boot uit (de beste stuurlui blijven immers aan wal). Wie toch deel wou uitmaken van de openingssfeer, kon zijn gading vinden in het Theater waar vanaf 22u een eveneens uitverkochte dj set werd gespeeld door dj Sven Friedrich (bekend van Zeraphine en Solar Fake) en dj's Jeanny en Elvis. Dj Honey (bekend van Welle:Erdball) laat zich wegens ziekte verontschuldigen, maar geen nood, dj MSTH heeft zich bereid getoond om - letterlijk en figuurlijk - in te springen. Ik besluit echter om tamelijk vroeg onder de wol te gaan zodat ik de volgende dag fris als een hoentje kan ‘losgehen’.
Zaterdag 27 juli
Een hittegolf in mijn hotelkamer zorgde ervoor dat op zaterdagochtend het hoentje had plaatsgemaakt voor een kip zonder kop. Ik had beloofd om om 10.15u aan het Hauptbahnhof te staan en gezien ik pas rond de ochtend in slaap was gevallen, was er dus niet echt tijd voor een ontbijt in het hotel maar was het eerder een hele opgave om mijn belofte na te komen en bovendien ook nog in ordentelijke staat te verschijnen. Maar ach, een heerlijke smoothie uit het station telt voor mij als waardig alternatief wat het ontbijt betreft.
Eerste activiteit van de dag: samen met collega redacteur Xavier Kruth en huisfotograaf Luc Luyten: voor de ingang van het festivalterrein wordt een foto genomen van alle Belgen die naar Keulen zijn afgezakt. Johan Depré nam het initiatief hiervoor om het gemis van Belgische bands op Amphi aan te kaarten bij de organisatoren. Tevens staat deze foto als tribute aan Trudy Jennes, die onder andere als vrijwilligster meewerkte aan W-Fest, en die zeer recent overleed.
Nadat ik de Tanzbrunnen betreden heb, versier ik eerst een papieren versie van het programmaboekje om mij door het weekend te loodsen. Voor het eerst probeer ik ook de app ‘Infield’ uit. Hier kan je alle info rond onder andere de optredens en signeersessies in één oogopslag terugvinden en je favorieten aanduiden zodat er toch enige vorm van planning kan ontstaan.
We bevinden ons nog net buiten het festivalterrein als we horen hoe de aanwezige enthousiastelingen worden welkom geheten en de Duitse darkwave synthpop band Alienare wordt aangekondigd. Het duo kent dit jaar zijn tienjarig bestaan, dat op 16 augustus wordt gevierd met de release van het album ‘Lumen’. Met de uitnodigingen ‘Alle Hände hoch’ en ‘Move’ weet de groep er meteen de juiste sfeer in te brengen. Bewogen en heen en weer gezwaaid wordt er zeker gedaan.
Om 12.10u komen de leden van de Kroatische folkmetalband Manntra het podium op. Traditionele muziek die wordt gecombineerd met stevige gitaren en beukende drums zorgt voor het verfrissende geluid dat dit kwintet voortbrengt. Nummers als Ori Ori en Barren King passeren de revue en worden moeiteloos door het reeds aanwezige publiek gesmaakt. Ik begeef me na een paar nummers richting de zwarte markt om even rond te snuisteren naar eventuele koopjes.
Schattenmann is de volgende groep die het hoofdpodium onveilig maakt. De band uit Nürnberg wordt in de categorie Neue Deutsche Härte geplaatst. Voor wie het nog niet doorhad, het zal er de komende vijftig minuten hard aan toegaan en dat is meteen bij de eerste tonen duidelijk. De zanger licht de evolutie die de band doormaakte toe door aan te halen dat zij in 2019 nog in het Theater speelden, en nu dankzij het publiek en hun fans op het hoofdpodium geprogrammeerd staan. Ironisch genoeg zetten zij hierna het nummer ‘Menschenhasser’ in. Bedankt mannen, voor de mooie woorden. Met onder andere de nummers ‘Licht an’ en ‘Generation Sex’ bewijst de groep dat ze deze plaats zeker verdienen.
Ik had me voorgenomen de gezonde buitenlucht in te ruilen en me richting de Orbit Stage, beter bekend als ‘het schip’ te begeven. Om 13.45u zou hier namelijk Bloody, Dead en Sexy optreden, maar kortelings voor de performance bereikte ons het nieuws dat dit optreden gecanceld werd vanwege een ongeluk tijdens het opbouwen van de set. Ik had best wel uitgekeken naar deze Duitse deathrock band die reeds meer dan twintig jaar meegaat. Een verslag van hun geplande optreden kan ik helaas niet geven, maar ik hoop dat de review van hun laatste album ‘Fade To Glitter’ dat in 2022 verscheen, de pijn enigszins kan verzachten (klik hier voor de recensie).
Ik pas mijn plannen echter niet aan gezien ik een lichte honger voel opkomen. De catering op de boot is doorgaans net iets beter dan in de Tanzbrunnen zelf en ik gun mezelf dan ook een eerste rustmoment. Dit betekent dat ik het optreden van het Nederlands-Zwitserse duo Blackbook aan me voorbij heb laten gaan. Zij mochten het podium van het Theater inwijden. Ik ben er nochtans zeker van dat de mix van new wave en synthpop me zou hebben aangesproken, maar een mens kan niet overal tegelijk zijn en dient prioriteiten te stellen.
Volgende aan de beurt is het gezelschap van Ost+Front. De van stevige make-up en / of maskers voorziene heren zijn geen onbekende voor de Amphi toeschouwers en ook deze keer is er geen ontkomen aan. Beukende gitaren worden door de boxen in het publiek gekatapulteerd. En dat is helaas niet het enige waar het publiek kan van genieten. Ik maakte reeds optredens van Ost+Front mee waar de (nodige?) dosis fake bloed weelderig over de eerste rijen aanwezigen werd verdeeld. Of de heren het ditmaal droog hielden, kan ik niet zeggen. Animo gegarandeerd, maar ik distantieer me hier bij voorkeur van en bekijk het zaakje toch liever vanop een veilige afstand.
A Projection komt speciaal vanuit Stockholm overgevlogen om de Orbit Stage van een vleugje postpunk te voorzien. Ik besluit om enkel het eerste nummer bij te wonen. Dit heeft niets te maken met de performance van dit trio, maar ik begeef me naar het Theater, waar de volgende act niet Jan Klaassen met zijn trompet is, maar wel de Duitse electrowave act Die Selektion. De unieke combinatie van synthgeluiden en een trompet zorgen ervoor dat de eerste passage van de band op het festival niet onopgemerkt voorbijgaat en mijn nieuwsgierigheid geprikkeld wordt. Ik kende de band niet, maar merk wel dat zij op behoorlijk wat bijval kunnen rekenen. De sfeer komt misschien wat traag op gang, maar hun in het Duits gedeclameerde teksten helpen zeker om de intussen uitgeregende medemens na een tijdje aan het dansen te zetten.
De Mexicaanse snuiters van Hocico (wat Spaans is voor snuit) bestijgen iets na 16u de main stage om deze in lichterlaaie te zetten met hun darkelektro. Ik kan niet meteen zeggen dat ik warm word van deze act, maar misschien doe ik ook niet genoeg moeite hiervoor. De plicht roept en drijft me wederom richting Orbit Stage waar de Zweedse postpunk band Principe Valiente me staat op te wachten. Het duo draait intussen al bijna twintig jaar mee en weet bijvoorbeeld ook new wave in hun sound te verwerken. Hun optredens worden doorgaans als een uitstekende ervaring beschreven en ook deze passage mag in dit rijtje geplaatst worden. Reeds van bij het binnenkomen op het schip spreekt de totale sound me erg aan. Ik ga helemaal achteraan zitten, waardoor ik de act enkel hoor en niet zie, en deze beleving bevalt me prima. Hun atmosferisch geluid laat bij mij na drie kwartier een feel good moment achter.
Geen synthpop van T.O.Y. voor mij, maar ik keer richting hoofdpodium terug. Daar verwelkomen we iets na half zes de heren van Diary Of Dreams. De band is sinds 1989 een gevestigde waarde in de darkwave scene. Toegegeven, er is een periode geweest dat ik een optreden van deze Duitsers aan mij liet voorbijgaan wegens te veel van het goeie (ze verschenen toen immers op zowat elk festival of toch op de festivals die ik in die periode bezocht) maar intussen kan ik de band opnieuw smaken. Gelukkig maar, want zanger Adrian Hates pakt het festivalterrein al van bij de eerste noot in met het nummer ‘Viva La Bestia’. ‘Menschfeind’ en ‘The Curse’ worden eveneens ten berde gebracht en laten iedereen met een voldaan gevoel achter na de show. De setlist bestond uit tamelijk veel ouder werk, maar ik heb hier niemand over horen klagen.
Gezien het intussen aan de frisse kant geworden is, lijkt een portie coldwave van Minuit Machine me niet echt nodig en kies ik ervoor om de Parijzenaars links te laten liggen en probeer ik een spurt in te zetten naar het Theater voor Agent Side Grinder. Deze band wordt meestal onder de grote noemer electro geplaatst, maar hun muziek is doorheen de jaren geëvolueerd van postpunk naar darkwave en misschien zelfs industrial waarbij de vorig genoemde genres ook steeds te horen bleven. Ik word echter verhinderd door de fanfare van honger en dorst die opnieuw door lijf en leden trekt. Doordat deze fanfare halt hield bij de Döner stand (daar waar de grootste rij wachtenden stond dus), maakte ik het hele optreden van Diary of Dreams mee en viel Agent Side Grinder uit de boot.
Dan maar mijn pijlen richten op het optreden van Je T’ Aime op de Orbit Stage. Geen Peter Spilles dus die iets na zeven met zijn Projekt Pitchfork menig darkelectro hart komt verblijden. Het mijne is hier in elk geval niet bij en wellicht krijg ik nu de toorn van alle Pitchfork fans over mij heen als ik zeg dat ik het nog nooit een volledig optreden van deze Hamburgers volgehouden heb. Ook geen Neuroticfish op het menu maar ik ga op zoek naar een zitplaats om het me comfortabel te maken voor de band Je T’Aime. De Olympische Spelen hebben duidelijk voor een uittocht gezorgd want ook deze band komt uit Parijs. Zij omschrijven zichzelf als een mix tussen postpunk en coldwave van de dansbare soort. Deze relatief nieuwe groep (opgericht in 2018) bracht in 2022 de albums Aggressive en Passive uit, maar van een passieve houding is gedurende het optreden geen spoor te bekennen. Het trio geeft het beste van zichzelf en geniet hier zichtbaar van. Ik ben eerlijk gezegd blij dat het aantal toeschouwers tijdens het optreden toenam, want dit is voor mij één van de beste acts die ik zag en hoorde tijdens het festival.
Door een blik op het programma is al snel duidelijk dat ik voor de laatste band van de dag op het schip zal blijven. De Neue Deutsche Härte van Eisbrecher en de dark elektropop van Aesthetic Perfection hoeven voor mij niet echt en ik zie dat de gothic rock en postpunkband Then Comes Silence zich aankondigt op het water. Hun basgitarist was reeds op het podium te bewonderen als gastmuzikant voor Je T’Aime. De drie Zweden werken zich in het zweet tijdens hun meer dan één uur durende show waarin een aantal nummers te horen zijn uit hun nieuwe album ‘Trickery’ (klik hier voor de review van de hand van collega redacteur Kurt Ingels). Het gloomy stemgeluid van zanger Alex Svenson pakt de zaal zonder al te veel moeite in en stuurt de aanwezigen met een grote glimlach de nacht in.
Zondag 28 juli
Waar de keuzes op zaterdag iets sneller gemaakt waren, wordt het op zondag een huzarenstukje om alle bands die ik zou willen zien in een schema te passen. Obligatoire toiletbezoeken of pauzes om te eten zullen dan maar zolang mogelijk moeten uitgesteld worden.
Om 11u verschijnt J:Dead ten tonele. Fans van Tyske Ludder zullen de frontman Jay Taylor zeker herkennen, gezien hij reeds meer dan tien jaar de drumsticks hanteert bij deze Duitse ebm band. Met J:Dead slaat hij sinds vijf jaar een iets minder harde weg in. Synthpop die tussen de oren blijft kleven en mooi meegenomen is om op de tweede dag het publiek aan de praat te krijgen. Hoewel de meesten er uitgeslapen uitzien, merk ik toch weinig beweging aan het begin van het optreden en deze tendens houdt zich aan. Ik vind het wel een geslaagde openingsact.
De cybergoths onder de lezers zullen het fenomeen Industrial Dance Video Project waarschijnlijk reeds live hebben meegemaakt. Ditmaal wordt als locatie niet voor het Rheinpark of voor de RTL studio's gekozen, maar de community werd uitgenodigd om de beentjes los te slaan in het Theater en dit vanaf 12u. Iedereen die wou, werd vriendelijk verzocht om cyber danspassen ten toon te spreiden zodat deze voor het nageslacht konden vastgelegd worden. Mij spreekt het concept niet echt aan wegens liever lui dan moe. Nadat ik wel een kijkje ben gaan nemen, begeef ik me om 12.10u naar het hoofdpodium om een vleugje gothic metal van de heren van Soulbound mee te pikken. Het is de eerste keer dat zij Amphi onveilig maken en hun passage gaat zeker niet onopgemerkt voorbij. Ik herken hier en daar de sound van Deathstars en Nine Inch Nails, maar toch ontstaat een uniek geluid waarbij gothic met nu metal vermengd wordt. Ik - en ook de rest van het publiek- weet dit zeker te smaken. Zij brachten dit jaar een nieuw album, obsYdian uit waaruit een aantal nummers te horen waren. Meer van dat graag!
Hierna kom ik per toeval in de VIP club van het strand terecht. Voor wie Amphi nog niet bezocht heeft, neen ik had geen zonneslag opgelopen, maar aan de zijkant van het festivalterrein bevindt zich wel degelijk een strand met bijhorende strandstoelen. Ook Oswald Henke heeft deze ingang gevonden (ik heb me beheerst en enige vorm van idolatrie in de kiem gesmoord). Deze locatie geeft me de gelegenheid om even bij te praten met onder andere onze huisfotograaf Luc. Ik bezorg hem mijn lijstje met bands die ik wil zien en stuur hem op pad om hiervan foto's te voorzien. Fijn dat hij zo gehoorzaam is.
Ik blijf buiten en besluit me helemaal te smijten met de horrorpunk van Europa’s bekendste band in dit genre,The Other. De mannen uit Keulen spelen hier een thuismatch, maar zingen toch hun meeste nummers in het Engels. Punk’s not dead en het bewijs wordt hier zeker geleverd. Het opzwepende tempo van de nummers en de duistere, zeer zuiver klinkende stem van de zanger, doen ons bijna vergeten dat we aan het luisteren zijn naar teksten die geïnspireerd zijn op horrorliteratuur en -films. Titels als ‘She’s Too Young To Be A Bloodsucker’ en ‘Dreaming Of The Devil’ laten weinig aan de verbeelding over. Bij aanvang van het nummer Tarantula nodigt zanger Rod Usher de punkheads uit tot een kleine moshpit. Doordat the monster helemaal out is, laat ik het optreden van de darkrock band Auger op de Orbit stage aan mij voorbijgaan. Ik pik een aantal synth- en futurepop nummers van Ruined Conflict mee in het Theater. Ik kende deze Amerikaanse band niet, maar als grote VNV Nation fan weet ik hen wel te waarderen. De melancholische en dansbare nummers zorgen ervoor dat de zaal afgeladen vol zit en de menigte aan het dansen wordt gebracht.
Wanneer ik het Theater verlaat, weerklinken buiten de eerste tonen van Heldmaschine. Als liefhebber van het zwaardere gitarenwerk ben ik geneigd om deze band uit Koblenz te gaan toejuichen, maar ik besluit richting boot te gaan voor Deus Ex Lumina. Dit Berlijns soloproject omschrijft zichzelf als moderne dark ambient, wat voor mij de doorslag geeft om dit optreden deels bij te wonen. Mastermind Del Darkwave, die reeds zijn sporen verdiende als muziekproducer en drummer in een postpunkband, wordt bijgestaan door een zangeres. Tijdens het tweede nummer wordt me duidelijk dat de muziek eerder richting ebm en darkwave gaat. Ik knap eerlijk gezegd een beetje af op de muzikale ondersteuning van de zangeres, waardoor ik vroeger dan gepland het schip verlaat.
Tijd voor een hamburger. Ik krijg er meteen een aantal voorgeschoteld in de vorm van de Duitse darkwave postpunkband Dark. Deze relatief jonge groep liet voor het eerst half juni 2020 van zich horen en wist toen al mijn aandacht te trekken. Ik stap dus licht bevooroordeeld opnieuw het Theater binnen. Het openingsnummer ‘Nightmare’ grijpt me door de diepe, warme stem van de zanger meteen bij de keel. De act wordt ondersteund door verschillende danseressen, wat niet meteen een meerwaarde geeft voor mij. Tijdens het derde nummer komt een begeleidende zangeres uit de mist tevoorschijn, maar duikelt hier al even snel terug in. Toch nog even de stem wat extra opwarmen lijkt me aangewezen. Hierdoor word ik plots iets minder enthousiast. Gelukkig weet zij zich tijdens de twee laatste nummers te herpakken en levert de band muzikaal verder een prima set af.
De ebm klanken van Faderhead en Ultra Sunn laat ik aan mij voorbijgaan om me gratieus neer te vleien op het gras met een Döner in de hand in het gezelschap van onder andere collega redacteur Xavier. Wanneer ik mezelf de illusie voorhou dat ik er weer tegenaan kan, weet The Beauty Of Gemina als volgende band mijn aandacht te trekken. Ik duikel het Theater in om de Zwitsers, die intussen een kleine twintig jaar in de darkwave en dark rock scene meedraaien, te aanschouwen. Enige vorm van twijfel wordt al snel weggenomen: de muziek is na al die tijd nog steeds echt, alsook het haar van zanger en stichtend lid Michael Sele. Ik besluit om neer te gaan zitten, wat betekent dat ik het optreden niet langer zie, maar enkel hoor. Dit doet echter geen afbreuk aan de strakke performance die de groep neerzet.
Wanneer een overvloed aan zonlicht mij verblindt, gaan de eerste klanken van Solar Fake aan mij voorbij. Ik heb er immers voor gekozen om terug naar het schip te gaan om Girls Under Glass aan te moedigen. Deze Hamburgerse band, die bijna even oud is als ik, vind ik moeilijk thuis te brengen in een bepaald genre. In hun beginjaren vielen ze eerder onder gothic rock, maar als snel kwamen hier elementen uit onder andere metal, industrial en darkwave bij. Ik vind het optreden niet echt aanstekelijk en iets te glad afgewerkt, maar het publiek is het duidelijk niet eens met mij. Wanneer ik me na een paar nummers buiten op het dek begeef, maakt Glass plaats voor sunglasses en een lekkere Rhabarberschorle. Ik had me voorgenomen om een stukje van Merciful Nuns mee te pikken, maar de mot begint er duidelijk in te zitten. Helaas ook geen vrolijk zwierende tepelflossen van de danseressen van Blutengel, maar ik blijf op het schip voor Henric de la Cour.
Het is reeds de derde keer dat ik dit heerschap aan het werk zie en hij lijkt iedere keer beter en beter te worden. Deze Zweed lanceerde in 2011 zijn gelijknamige debuutalbum en wist zich doorheen de jaren op te werken in de synth scene. Ik volg dit project al jaren en ook deze keer stelt Henric niet teleur. Na een paar nummers zie ik steeds meer mensen naar het benedenplein of van hun stoel komen. Na het nummer ‘Chasing Dark’ weerklinkt een overdonderend applaus en vanaf dat moment gaat het optreden er als een hogesnelheidstrein vandoor om pas op het einde tot stilstand te komen. Zonde wanneer je dit optreden niet gezien hebt.
Muziek is jammer genoeg niet het enige dat het leven van Henric overheerst. De artiest lijdt immers aan mucoviscidose, een genetische aandoening waarbij de slijmen die in de lever, longen, spijsverteringsorganen en voortplantingsorganen worden geproduceerd zeer taai zijn en hierdoor moeilijk hun weg naar buiten vinden waardoor mogelijks obstructies ontstaan. De gemiddelde levensverwachting van deze patiënten is in België momenteel 49 jaar. Henric werd in 1974 geboren en viert dus dit jaar zijn vijftigste verjaardag. Een rekensom waar we even stil van worden. De la Cour werd een tiental jaar geleden gedurende vier jaar gevolgd door een filmploeg die de evolutie in zijn ziekte en hoe hij deze ervaart vastlegde. Meer info over deze film kunnen jullie via deze link lezen.
Eveneens één van mijn favoriete artiesten is Peter Heppner. Met zijn solocarrière scheert hij hoge toppen, maar het bekendst is hij wellicht van de synthpop en electropop band Wolfsheim die er intussen al twintig jaar geleden de brui aan gaf na vijftien jaar furore gemaakt te hebben. Het melancholische stemgeluid van Heppner zorgt er keer op keer voor dat hij het publiek weet in te pakken en naar ik mij laten vertellen heb, deed hij dit deze keer opnieuw. Jammer genoeg kom ik pas tijdens het laatste nummer van zijn project Heppners Tanzzwang in het Theater binnen. Ik word getrakteerd op een dansversie van de hits ‘Die Flut’ en ‘Once In A Lifetime’.
Geen electropop van And One, want intussen is het tijd voor het dilemma van de dag: wordt het Kirlian Camera of Goethes Erben? Deze laatstgenoemde zag ik dit jaar reeds aan het werk in Waregem (klik hier om deze ervaring te (her)beleven), maar toch primeert de drang om opnieuw voor Oswald Henke en co te kiezen. De Italianen van Kirlian Camera, die sinds 1980 het hoofd koel weten te houden in de synthpop en electrowave scene, delven dus het onderspit voor één van mijn favoriete performers aller tijden.
Goethes Erben, in 1989 opgericht, behoren tot de Neue Deutsche Todeskunst (een genre dat in de jaren 90 een sterke opmars maakte en waarbij de meeste artiesten die hieronder gecategoriseerd werden, er zo weinig mogelijk mee te maken wilden hebben). Zij zijn het bekendst in de bezetting van Oswald Henke en Mindy Kumbalek. In 2007 hield Kumbalek het voor bekeken en werd de pauzeknop van het project ingeduwd. Pas in 2018 vond Goethes Erben zijn tweede adem. Henke laat zich sindsdien live bijstaan door een min of meer vaste begeleidingsband. Aan de inhoud van hun teksten werd niets gewijzigd. Henke schrijft nog steeds over onderwerpen die hem op maatschappelijk en politiek vlak storen en over het gevecht dat depressies met zich meebrengen.
Ik slaag erin om een plaats helemaal vooraan op de eerste rij te veroveren. Van een mooi uitzicht gesproken. Om 20.45u weerklinken de eerste tonen van ‘Märchenprinzen’. Het nummer ‘Zinnsoldaten’ wordt opgeluisterd met een in soldaat verklede danseres die als een duiveltje-uit-een-doosje uit een houten koffer tevoorschijn komt. Wie reeds een volledig concert van de band meemaakte, zal weten dat dit slechts een klein voorbeeld is van hoe Goethes Erben hun voorliefde voor theater telkens in hun optredens proberen te verwerken. Traditiegetrouw is ook Loni, de pop die Oswald als kind had, van de partij om tijdens ‘Vermisster Traum’ mee te dansen. Ook het nummer ‘Lazarus’, dat ontstond als reactie op de vluchtelingencrisis, vindt de weg naar Keulen. Tijdens het wondermooie ‘Stadt der Träume’ baadt het podium in een waar kleurenspectrum waardoor bij de toeschouwers een kippenvelmoment ontstaat. Na het nummer ‘Sitz der Gnade’, een herwerking van ‘The Mercy Seat’ van Nick Cave, neemt Henke, die gedurende het hele optreden dartel als een jong veulen naar alle uithoeken van het podium sprong, afscheid van het publiek met de belofte elkaar terug te zien ‘irgendwann, irgendwo’.
Na het optreden verlaat ik de zaal met het gevoel alsof ik net een liter blauwe slush op heb en dus dra met een overdosis suiker de nacht inga. Het optreden van Goethes Erben heeft een diepe indruk op mij nagelaten, wat ook van de rest van het festival kan gezegd worden. Het zit er jammer genoeg alweer op, er wordt afscheid genomen van vrienden, kennissen en andere sympathisanten waarbij slechts één zin blijft nazinderen: Amphi, verdammt ich lieb’ dich!
(c) Foto Luc - Who Cares - Luyten