|
|||||||||||||
Ik had een soort Arabische of Midden-Oosterse wereldmuziek verwacht van dit album, iets in de stijl van Ofra Haza, je weet wel, de Israëlisch-Jemenitische zangeres die je kan horen op de “Temple Of Love (1992)” remake van The Sisters Of Mercy. En ja, die invloeden zitten er zeker in, maar bij het beluisteren van de eerste nummers van het album, moet ik toch in de eerste plaats denken aan het ethereal label 4AD, aan Cocteau Twins vooral, aan This Mortal Coil en vanaf halverwege het album, als de Arabische invloeden prominenter worden, ook wel aan Dead Can Dance, die in hun wereldmuziekperiode op het album “Spiritchaser” bijvoorbeeld ook niet wars waren van enige oosterse muzikale invloeden. Maar op dit album weerklinken in den beginne dus synthesizers en gitaren die eigenlijk verdacht westers of Europees klinken en ja, de Arabische klanken zitten er (later) ook in en zitten gewoon mooi geïntegreerd in het genres en culturen overstijgende geheel. Kate Bush vind ik ook nog wel een mooie referentie. Die experimenteerde op “The Dreaming”, ( haar vierde album uit 1982) ook volop met synthesizers en ging op “The Sensual World”, (haar zesde album uit 1989) ook in een paar nummers aardig de wereldmuziektoer op, zonder dat die invloeden het album echt gingen overheersen. Yasmine Hamdan is een Libanese artieste, geboren in Beirut. In de subculturele muzikale wereld van Noord-Afrika en het Midden-Oosten geniet ze naar het schijnt een iconische status omdat ze de helft was van de triphop band band Soapkills, die ze in haar geboortestad Beirut oprichtte in de late jaren 90 en die een van de eerste indie/electronica bands was van het Midden-Oosten (een ‘best of’ compilatie van Soapkills verscheen trouwens bij Crammed Discs). Daarna woonde Yasmine Hamdan in een half dozijn landen en tegenwoordig in Parijs. “Al Jamilat” is haar derde album na een eponiem album uit 2012 en na “Ya Nass” uit 2013. De lyrics van de titelsong komen van een gedicht van de bekende linkse Palestijnse dichter Mahmoud Darwish, dat een ode is aan de vrouw. ‘Al Jamilat’ is trouwens Arabisch voor ‘schoonheden’. Yasmine Hamdan nam het album op met haar vriend Steve Shelley, die we kennen als drummer bij Sonic Youth en met de hulp van nog een paar andere muzikanten zoals de in New York residerende multi-instrumentalist Shahzad Ismaily, die door Steve Shelley werd aangebracht. Ook te horen is de Canadese violist Magali Charron. En nog een muzikale vriend, Cesar Urbina, programmeerde de ‘Kuweiti desert groove’ voor de slotsong “Ta3ala”. Er werd opgenomen in Parijs, in Hoboken (USA) in de studio van Sonic Youth en in Beirut met Zeid Hamdan (haar ex-Soapkills bandmaat, geen familie). Het album werd afgewerkt en geproducet in Londen. “Al Jamilat” werd geschreven in een context van reizen en onderweg zijn. Van de Arabische teksten begrijp ik natuurlijk geen blaas, maar er zit volgens de zangeres een sociale en politieke component in de meeste songs. Ook vrouwelijke karakters en psychologie staan centraal. Het vertrekpunt van een aantal songs waren gesprekken met taxichauffeurs in Beirut, die volgens Yasmine Hamdan vaak een groot politiek bewustzijn hebben en een klare kijk op veel maatschappelijke dingen. Velen onder hen zijn ook zeer kwaad omwille van het rotte politieke en economische systeem. De top 10 van onderwerpen in de songs zijn relaties, manipulatie, zelfreflectie, zelfspot, bedrog, lust, zonde, angst, liefde en rebellie. De vrouwelijke karakters in haar songs zijn geen slaven van hun gezin, vaderland of religie. Het zijn zelfbewuste, vrijgevochten, geëmancipeerde vrouwen, net zoals Yasmine Hamdan dat zélf ongetwijfeld ook is. “Al Jamilat” (11 songs, 40 minuten speelduur) kwam uit op het Belgische label Crammed Discs en dat is op zich ook al een indicatie voor wat je kan verwachten. Dit Brusselse label specialiseerde zich namelijk voor een groot deel in acts die new wave verzoenen met wereldmuziek, zeker en vooral in hun Made To Measure reeks. Hun releases klinken soms jazzy, soms filmscore-, ethereal- of neoklassiek-achtig en erg vaak is er wel een etnische toets, denk aan Minimal Compact bijvoorbeeld, een van de grote namen van het label naast Tuxedomoon. Ook de Noorse ethereal-electronica band Bel Canto zaten op dit label en die zijn ook nog wel een mooie referentie voor de muziek van Yasmine Hamdan (vooral voor de eerste, meer ‘Europees’ klinkende helft van het album). De eerste tracks van het album klinken muzikaal gezien dus verrassend westers, het zijn knappe ambient-ethereal-dreampop songs. Pas op “Cafe”, de zesde track, worden de Arabische invloeden voor het eerst zeer prominent met oosters snarenspel (de bouzouki!) en vanaf dan treden ze meer op de voorgrond. In “K2”, in de titelsong “Al Jamilat” (die heeft trouwens wel wat van “Spiritchaser” era Dead Can Dance, met zijn etnisch getrommel, synthesizers, gitaren en daarboven de Arabische zang), op “Balad” en op de knappe slotsong “Ta3ala”. Voor het album werd dus gebruik gemaakt van Midden-Oosterse en Aziatische instrumenten en klanken zoals ‘Iraqi’ grooves, Tuareg-gitaarspel en van bouzouki, en dat samen met viool, harmonium en typische pop/rock gitaarriffs, loops, drums en moderne synthesizers en beats. Deze Libanese Kate Bush is gewoon een straffe madame en aan wie in is voor een portie kosmopolitische, interculturele en behoorlijk zwoele dreampop en wereldmuziek, kan ik dit album warm aanbevelen.
Henk Vereecken |
Volgende besprekingen
Ghost Dance - Stop The World
Les Chasseurs De La Nuit - Nebel Leben
Apokrifna Realnost - Na Rekah Vavilonskih
Circuncelion - Live In La Noche De Los Candiles
Tábor Radosti - Egregor
TET - Rapid Response EP
The Black Veils - Dealing With Demons
Two Moons - Cognitive Dissonance
Ortega - Sacred States
Verzamelaar - Ride The Wave