|
|||||||||||||
Toen we dit jaar mochten kennismaken met het Gentse duo La Merde (en hun twee uitstekende cassettes Dood En De Merde en L’Amour Et La Merde) sloeg ons neofolk minnend hartje een tikkeltje sneller. Het blijft een genre dat in België ondergewaardeerd blijft, ik kan niet nalaten om het te blijven herhalen. Toch maakte La Merde ook iets los bij mensen die het genre niet op de voet volgen, zo merkte ik althans bij mijn collega’s van de Dark Entries redactie die bijna even enthousiast waren als ikzelf. Automatisch moesten we toen ook aan Weihan denken, zowat de enige nog actieve Belgische neofolk act die we nog kennen en waar we al een tijdje niets meer van gehoord hadden. Dit duo debuteerde sterk in 2004 met Galder, een album met akoestische gitaren, mythologische verwijzingen en Nederlandstalige zang. Gaandeweg stapte het duo bestaande uit Miguel Boriau en Jurgen S. af van de pure neofolk en ging meer de martial industrial richting uit, wat de interesse van grotere labels als Old Europa Cafe (Symphonies Of Divination -2007) en Lichterklang (Blóðslitinn á Steininum -2014) opwekte. Tevens leverde het het duo een cultstatus op, want wanneer we in de neofolkscene in onze buurlanden over ons eigen (povere) muzikale landschap palaveren, informeert men steevast naar Weihan. Levensbron komt dus na een hele poos van stilzwijgen, althans toch op Weihan-gebied (beide leden zijn nog actief in andere projecten (Jurgen ken je misschien van pagan black metal act Theudho, Miguel is verder nog bezig met dark ambient onder de naam Simulacra, en in het verleden bracht hij onder de namen Beyond Infinity, Insomnia en Mannus ook deze muziek uit). Dat deze plaat net op 1 november uitkomt kan toeval zijn, al zou het ons niet verbazen dat deze datum doelbewust uitgekozen is. Want net zoals men op Allerheiligen terugkijkt naar degenen die van ons zijn heengegaan, zo blikt ook Weihan terug op zijn eigen verleden. Het martial pad laat men voor was het was, en men keert terug naar de pure neofolk dat we kennen van debuutplaat Galder. 15 jaar later klinkt dit heel wat volwassener en gepolijster dan deze eerste poging, maar de gelijkenissen vallen niet te ontkennen. Rustig gitaargetokkel, poëtisch voorgedragen Nederlandstalige zang, een stemmig achtergrondkoortje en hier en daar wat neoklassieke opsmuk, zo laat Levensbron zich kort en bondig omschrijven. Ook ontwaren we hier en daar een vrouwenstem van ene C. VDB. (zo leert ons het boekje), een aangename toevoeging aan de Weihan-sound, waar men in de toekomst gerust verder mee mag experimenteren! Titels als ‘Tumulus’ (de Latijnse benaming voor een grafheuvel) sterken ons in onze mening dat men er bewust voor koos om deze plaat op de eerste november uit te brengen, maar ook de algehele zucht van melancholie die zeer kil doorheen het hele album blaast. Titels als ‘De Eeuwige Jager’, ‘Martelaarskroon’, ‘Landgeesten’, ‘Dodenhalm’, ‘Veenrook’ en ‘Zomerdood’ zijn wat dat betreft mooie trefwoorden die meteen de sfeer gebald weergeven. Weihan is ook steeds trots geweest op zijn Vlaamse roots, getuige het koppig vasthouden aan de moedertaal maar ook thematisch komt dit tot uiting, niets mis mee, want op die manier komt ook nog eens een “alverman” (zo noemde men vroeger een goedaardige kabouter) aan bod (‘Eeuwenoud’). Het mag dan wel allemaal zeer “Vlaemsch” zijn, een plaatsje in de programmatie van Ment TV zal dit niet met zich meebrengen. Gelukkig maar. Weihan bewijst dat onze Vlaamse cultuur meer is dan slecht vertaalde covers van buitenlandse hits of carnavalskrakers. In plaats daarvan bezingt men tradities die verband houden met de natuur, en dit op een manier die, als we dan toch een voorbeeld moeten noemen, doet denken aan het meer ingetogen werk van Blood Axis. Vlaams én neofolk, bepaalde mensen zijn dan al extreem op hun hoede, zeker wanneer hun label dan ook nog eens Avondland Productions heet (een verwijzing naar het beruchte boek ‘Untergang des Abendlandes’ van de Duitse filosoof Oswald Spengler uit het interbellum waarbij men zich afvroeg of Spengler als intellectueel hier niet het pad geëffend heeft voor het nazisme). Maar deze tere zieltjes moeten maar eerst eens zelf luisteren, alvorens zich te laten leiden door veronderstellingen. Kritisch blijven, daar draait het immers allemaal om. Net zoals Weihan dat voor zichzelf was en met Levensbron de cirkel rond maakt (waarmee ik absoluut NIET wil zeggen dat men nu beter de boeken toe doet!) door een waardige (en betere) opvolger van Galder uit te brengen. Naast de reguliere versie op cd kan je Levensbron ook op (gelimiteerde) cassette of in een luxueuze box aanschaffen. Met topreleases van Weihan én La Merde in 2019 is het precies toch niet zo slecht gesteld met de vaederlandsche neofolk?!
Dimi Brands |
Volgende besprekingen
Jean-Philippe Gross - Reflex
Ground Nero - Divergence
Order89 - Bleu Acier
Jean-Philippe Gross - Curling
Love Machine - Mirrors & Money
WarmRain - Back Above The Clouds
Red Mecca - Truth
Action & Tension & Space - Explosive Meditations
Japan Suicide - Ki
Larsen - Arrival Vibrate
Andere besprekingen van WEIHAN
Weihan - Blóðslitinn á Steininum’