|
|||||||||||||
De Amerikaanse staat Washington werd in de zomer van 2017 geteisterd door bosbranden, waarbij de rook westwaarts richting Seattle dreef en de lucht vergiftigde. Kort voor dat trauma hadden de muzikanten Monika Khot, William Fowler Collins, Daniel Menche, Aaron Turner en diens vrouw Faith Colloccia zich verzameld in de House of Low Culture studio van dit laatsgenoemde koppel, verder was ook gerespecteerd producer Randall Dunn aanwezig op het idyllische Vashon Island. Daar sneden ze acht nummers op maat die de gevoelens van de geïmproviseerde band weergeven van wat Colloccia zelf een soort dag des oordeels op de achtergrond noemt. Het is als het ware alsof deze sterk op elkaar afgestemde muzikanten een voorgevoel hadden van wat er te gebeuren stond. Summer Of Seventeen, zowel de gelegenheidsband als het gelijknamige album dat werd gearrangeerd en bewerkt door Monika Khot (die solo apocalyptische muziek brengt onder de naam Nordra en in de avant-rockband Zen Mother speelt) is een genuanceerd mengsel van de geluiden van deze muzikanten en een hoogtepunt van al hun eerdere samenwerkingen. Coloccia en Turner spelen al meer dan een decennium afwijkende folk en rock in Mamiffer, terwijl ze zich verder nog bezighouden met verschillende solo- en groepsprojecten die hun diepgaande spiritualiteit in geluid onderzoeken. Menche is al 31 jaar een vaste waarde in de abstracte compositiescene en Collins is een gewiekst ontdekkingsreiziger binnen de de drone en ambient wereld. Hun kortstondige topontmoeting heeft een meesterwerkje opgeleverd waar wij nog veel plezier aan zullen beleven. Mede hiervoor verantwoordelijk zijn de contradicties waaruit dit album is opgetrokken. Een hemel/hel en schoonheid/beestachtigheid dichotomie doordringt Summer Of Seventeen, alsof er een titanenstrijd gaande was in die kleine studio. De angstaanjagende trompetfanfare waarmee ‘Chorus Of The Innocents’ begint, luidt reeds het noodlot in. Met een subliminaal industrieel ritme dat bruist onder de griezelige uitwasemingen, dompelt het nummer ons onder in een slow-motion maalstroom, noem het gerust Miles Davis’ ‘Bitches Brew’ in de horrorfilm versie. ‘Perceived Slight’ brengt het soort geschreeuw dat zowel bij death metal als power electronics gebruik wordt en koppelt dit aan een soortgelijke grimmige sfeer, met sobere glinstering van gitaar en beats als vuisten op het deksel van een kist, waarmee de angst alleen maar versterkt wordt. Een nummer waarbij we aan Puce Mary moeten denken, en dat is altijd een goede zaak. Engelachtig gezang en hemelse drones vullen de lucht op verschillende van de nummers op Summer Of Seventeen. Deze lieflijke klanken worden echter gecompenseerd met gedempte blastbeats, gekarteld gebrom, grillige glitches en imitaties van versnellingen en bliksem. Het lijkt op die manier alsof geen enkele goede daad ongestraft blijft. ‘Spirits Of Redeemer’ zou een klaagzang kunnen zijn voor het menselijk ras, terwijl ‘Cultural Orphan’ klinkt als een symfonie voor een slecht functionerende fabriek. Het album eindigt met ‘Theatre Needs An Audience’, een aangrijpende ballad ergens tussen Einstürzende Neubauten en Merzbow, waarbij op dit kruispunt ook Swans staan te loeren. Het klinkt allemaal nogal zwaar, en dat is het ook. Toch borrelt er hoop onder de onheilspellende architectuur van geluid en noise die hier wordt opgeroepen. De bunker is het nieuwe penthouse. Waarmee ineens ook het gegeven van de bosbrand verder uitgerokken wordt naar iets dat wereldwijd gaande is. In dat opzicht: ‘Theatre Needs An Audience’, laat deze noodkreet niet in dovemansoren vallen.
Dimi Brands |
Volgende besprekingen
Blind Delon - Chimères
Wardruna - Kvitravn
The Glad Husbands - Safe Places
Gabriella Smart - Inner Cities Composed By Alvin Curran
Die Form - Mental Camera
CNJR - I Can See The Church Burning Through The Binoculars
NOR_POL - Construction
Mono No Aware - Shinshoo
Yura Yura - Substance Noire
Welle:Erdball - Engelstrompeten & Teufelsposaunen