|
|||||||||||||
Mijn 100ste recensie heb ik voorbehouden voor een release waar ik heel erg naar uitkeek, en waarvan ik kan zeggen dat ze ZEKER in mijn eindejaarslijstje zal verschijnen. Rosa Rubea, het multimedia project (muziek, poëzie en visuele kunst) van Daniela Bedeski, die we nog kennen van vroeger bij de Italiaanse topband Camerata Mediolanense, is met Chrysalide aan zijn tweede album toe. Het album van de bevestiging met andere woorden, en altijd een moeilijke plaat om te maken, naar het schijnt. De titel Chrysalide verwijst naar het stadium waarin een insect zich ontpopt uit zijn cocon is dus een metafoor voor transformatie. Een transformatie, oftewel een nieuw begin gebeurt vaak na een lange en pijnlijke incubatietijd: alvorens er wedergeboorte plaats kan vinden, moet er eerst iets sterven. Deze metamorfose gaat in de eerste levensfase ook vaak gepaard met het ‘naakt zijn’, iets wat op deze plaat prachtig tot uiting komt: figuurlijk zijn er de kwetsbare teksten die Daniela op haar naakts laten zien, maar ook letterlijk maken we in het prachtige, weinig verhullende boekje kennis met de naakte Daniela. Deze staat van zijn drukt zwaar zijn stempel op de 11 nummers van deze plaat, veelzeggend is dan ook de quote van Albert Einstein op de achterkant van het boekje: “Nothing is created, nothing is destroyed, everything is transformed.” Een beter omvattende samenvatting zouden we niet kunnen plakken op deze Chrysalide. Opener ‘Om: The Beginning’ zet meteen de sfeer: refererend naar de mystieke lettergreep in de Dharmische religies, die wordt geplaatst aan het begin van de meeste hindoeteksten als heilige uitroep, die aan het begin en einde van een lezing uit de Veda’s of eender welke mantra moet worden geuit. ‘Vaga Stella’, betekend vertaald evenveel als ‘dwalende ster’ en is een perfecte omschrijving voor dit zweverige nummer, dat zich kan meten met het beste werk van een andere Italiaanse topact: Ataraxia. Op dit nummer krijgt Daniela muzikale steun van de Italiaanse band Cropcircle, voor wie ze eerder dit jaar ook een nummer had ingezongen voor hun laatste plaat Soundtrack For An Unquiet Night. Het ene plezier is het andere waard. ‘Hekla’ lijkt het sleutelnummer van deze plaat te zijn, wat we kunnen afleiden aan het feit dat op het einde van Chrysalide dit nummer nog reprisegewijs een keertje mag passeren. Hekla is de grootste vulkaan van Ijsland die in de Middeleeuwen de poort naar de hel werd genoemd, dreigend werkt dit nummer zich dan toepasselijk ook een weg naar een explosie. Eveneens dreigend te noemen is ‘Window Pain’, de op stapel staande gedaanteverwisseling die verwijst naar de albumtitel, is door middel van de opbouwende aard van de nummers, nooit ver weg. Daniela’s stem cirkelt zich derwisjgewijs rond de muziek, opwerkend naar die metamorfose om uit te monden in een extatisch eindresultaat. ‘A Blue Bird In A Scarlet Spring’ (aql Version) is een beetje een vreemde eend in de bijt, want mikt duidelijk op de dansvloer, maar ook in deze gedaante weet Rosa Rubea kwalitatief sterk uit de hoek te komen. Titelnummer ‘Chrysalide’ is een bloedmooie akoestische in het Frans gezongen song. ‘Flood’ dat opent met een lieflijk muziekdoosje moet zowat het mooiste slaapliedje zijn dat we tot dusver al gehoord hebben. ‘O Deathe, Rock Me Asleepe’ vertelt over Anne Boylen, de tweede vrouw van Hendrik VIII, koningin van Engeland van 1533 tot 1536 die geëxecuteerd werd op beschuldiging van overspel, hekserij en incest. ‘Orpheus’, de muziekgod uit de Griekse mythologie krijgt een muzikaal eerbetoon dat voortborduurt op electronische muziek en nogmaals bewijst dat Rosa Rubea niet voor een muzikaal gat te vangen is, en in eender welke stijl weet te beklijven. Met zijn 8 minuten is dit nummer een beetje aan de lange kant, zonder evenwel een moment te vervelen. ‘König’ is ten slotte nog een cover van de enige echte ‘gothmother’; juist ja, Nico. Een terechte keuze, want we mogen wel zeggen dat Daniela enige gelijkenissen vertoont met deze legendarische zangeres. Niet wat betreft de zangstem, maar qua muzikaal belang kunnen we zeggen dat Daniela bijna als een Nico van deze tijd mag bestempeld worden. Misschien overdrijf ik in deze, maar mijn respect voor Daniela is torenhoog. Tevens ben ik er vrijwel zeker van dat, moest ze nog leven, Tantetje Dood, het werk van Daniela goedkeurend zou onthalen. ‘König’ bouwt op vanuit een crescendo van gitaar en synths en is door de emotionele vocalen, een prachtige ode van een vrouw aan haar man, haar ‘koning’... Een psychedelische toverspreuk van verlangen die zijn schaduw over het gehele album werpt. De experimenteerdrang van de muzikanten in duel met de immer fantastische sopraanstem van Daniela, levert stuk voor stuk pareltjes op zonder minpunten. Wil je graag persoonlijk een beetje verder met mij uitweiden over deze plaat, of over Rosa Rubea in het algemeen? Afspraak op 26 maart tijdens het Black Easter Festival, alwaar je me zeker en vast op de eerste rij zal kunnen aantrefffen.
Dimi Brands |
Volgende besprekingen
Attrition - Millions of the Mouthless Dead
REGENERATOR - Hunger
Dust In Mind - Never Look Back
THE SUNSHADOWS - Red Herring
:werra: - MMI-MMV (revisited)
Simi Nah - Bootleg
Collin Potter - Rank Sonata
Consecration - Grob
Jacob Kirkegaard - Arc
Der Blutharsch and the Infinite Church of the Leading Hand - Joyride