|
|||||||||||||
Het zou me niet veel moeite kosten om met een vernietigende kritiek het album Macau Peplum van Denis Frajerman neer te sabelen. Persoonlijk kon het me weinig boeien en ook qua relevantie voor het gemiddelde Dark Entries publiek is het album geen hoogvlieger. Toch voelt het op een of andere manier niet juist aan om hier enkel op het negatieve te focussen, want ook al is het niet onze meug, fascinerend is het plaatje toch wel te noemen. Frajerman begon als toondichter bij de Franse experimentele band Palo Alto. Een groep die opgericht werd in 1989 en tot op heden actief is. In de geest van Nurse With Wound brachten ze door de jaren heen een ratjetoe aan geluiden komende van invloeden als Krautrock, Hongaarse melodieën, verborgen radioschatten, de Canterbury-scene (subgenre van de progressieve rock met bands als Gong, Caravan en Soft Machine) en de Franse componist Francis Poulenc. Halverwege de jaren 90 hield Frajerman er ook een solo-carrière op na waarin hij vooral de nadruk legde op zijn interesse in de literatuur en het mondelinge aspect als muzikant. In die geest werkte hij samen met verhalenvertellers en schrijvers voor radiosessies, oratorio en platen. Zijn eerste solo album, Les Suites Volodine (1998) was rechtstreeks beïnvloed door het werk van de Russisch-Franse schrijver Antoine Volodine. Beide heren deelden een voorliefde voor spookachtige sferen, zwarte humor, hekserij en sjamanisme. Samen werkten ze nog aan meerdere creaties, zoals Des Anges Mineurs, een post-exotisch (tja, voor werkelijk alles kan je de term post voegen zo blijkt) oratorium gecomponeerd voor zes muzikanten, zanger, verteller, danser en videograaf en Vociférations, een cantopera voor elf muzikanten, op bestelling gemaakt voor Radiophonic Creation Workshops of France Culture. De toon was gezet, en vond een vervolg in Macau Peplum. Want het album dat voor ons ligt is inderdaad een heruitgave, aangezien deze titel oorspronkelijk verscheen in het jaar 2000. Omdat men bij Klanggalerie niet vies is van een heruitgave meer of minder, leek aldaar de twintigste verjaardag van dit album de ideale gelegenheid voor deze herziening. Extra’s moet je echter niet verwachten, de tracklist oogt identiek als de eerste uitgave. Het album bestaat uit twee delen: allereerst Macau Peplum zelve, bestaande uit 7 nummers die dateren van de periode 1997-1999) en afsluitend het 20 minuten tellende stuk Le Voyeur uit 1996. Opvallend is het rijke arsenaal aan instrumenten die aangesleept worden: altsaxofoon, percussie, keyboards, bas, drums, elektro-akoestische elementen, tapes, balalaïka, rebab (Arabische vedel), klarinet, viool, computer, gitaar, cornet, Russische kinderaccordeon en tombak (Iraanse bekertrommel). Dat moet wel exotische klanken opleveren. En inderdaad, het is al exotiek wat de klok staat. Maar aangezien het hier experimentele muziek betreft wordt je als het ware van het ene werelddeel naar het andere gekatapulteerd. Meteen bij het openingsnummer ‘Qui Vole Un Œuf Vole Bas’ krijg je al een literaire referentie, de titel is namelijk afgeleid van Jacques Barbéri’s novel Carcinoma Tango. Deze science-fiction schrijver maakt trouwens ook deel uit van het Palo Alto collectief. Science fiction in al zijn verschijningen vormde een terugkerend in het werk van Palo Santo. De groep die vergeleken wordt met namen als Tuxedomoon, Legendary Pink Dots, Coil, The Residents, Can en Cabaret Voltaire en waarvan de eerste cassette op het legendarische Old Europa Cafe label verscheen lijkt ons de moeite waard om eens dieper te gaan onderzoeken. Maar voorlopig moeten we het dus nog even met het solowerk van Frajerman stellen. De Fransman die zelf nochtans heel wat instrumenten inspeelde nodigde tal van gastmuzikanten uit die deze doldwaze muzikale trip tot een goed einde trachten te brengen (of net niet, oordeel zelf). Frajerman zelf noemt zich in de eerste plaats een dichter en dan pas een muzikant. Hij speelt met geluiden zoals anderen dat met woorden doen. We moeten dan ook denken aan gedichten waar we kop noch staart aan krijgen maar waarbij we dan wel inzien dat het vooral om de vorm en de plaatsing van de woorden te doen is. Eenzelfde tegenstrijdigheid maakt zich gedurende het integrale Macau Peplum van ons meester. Zoals in de eerste zinnen omschreven: goed als in leuk en aangenaam om naar te luisteren kunnen we dit moeilijk noemen, maar dat het allemaal ondanks het wel zeer chaotische karakter toch wel goed in elkaar gestoken is, dat kunnen we evenmin ontkennen. De zeven nummers die Macau Peplum vormen laten zich omschrijven als vreemde oriëntaalse ambient waarbij ook experimentele jazzklanken en de funky variant van postpunk (denk hierbij vooral aan de typische bassen) smeken om uw aandacht, en dit op een bij momenten broeierig te noemen manier. Le Voyeur dat stamt uit de beginperiode van Frajermans solo-carrière is een lange suite die diende als begeleider voor een boek met linosneden van Jérôme Trinsoutrop. Een imposant stuk dat letterlijk (!) op de deur komt kloppen. Liefhebbers van ongebreideld experiment die zweren bij Nurse With Wounds albums als A Sucked Orange en Chance Meeting On A Dissecting Table Of A Sewing Machine And An Umbrella zullen deze met uitheemse invloeden volgestouwde variant heus ook kunnen appreciëren. We zijn er na ettelijke luisterbeurten nog steeds niet uit wat nu precies te denken van dit album. Laat het ons dus alsnog op fascinerend houden, wat op zich toch al een goed begin is, nietwaar?
Dimi Brands |
Volgende besprekingen
Inanis Yoake - In A Summer's Silence
Sebastian Melmoth - Mourning Glory (tape)
The Villions - Memories Of Scent
Schonwald - Abstraction
Wobbler - Dwellers Of The Deep
Chris Abrahams - Appearance
Selfishadows - Again (vinyl)
Jeff Clark's - EP Collection
Ledfoot & Ronni Le Tekrø - A Death Divine
Sturm Café - Fernes Land
Andere besprekingen van DENIS FRAJERMAN
Denis Frajerman - Wastelands/Lawrence Of Arabia