|
|||||||||||||
Compartment C verwijst naar een werk van de Amerikaanse realistische schilder Hopper. De man is bekend om zijn sprekende weergave van de eenzaamheid in het stadsleven. 7C herinterpreteert deze gedachte en zet ze in een 21ste eeuwse setting. Het skelet op de hoes bent u. Jawel: u, de lezer van dit magazine. Elke dag struint u als een lijk door de stad naar uw werk. Om een uur of elf beseft u dat u nog niet al te veel nuttigs hebt uitgespookt. De stad spuugt intussen zijn kakafonie van klank en licht uit en vormt zo een bedwelmende achtergrond bij een leven dat steeds verder staat van de werkelijkheid, een leven waarin we compleet vervreemden van de Aarde. Na Hopper is het tij niet gekeerd, integendeel. De muziek die ik bij dit soort taferelen verwachtte is totaal anders dan wat we voorgeschoteld krijgen, namelijk jazzy noiserock met een enorm infuus aan elektronische elementen. Dit plaatje klinkt enorm onrustig, gitzwart en lawaaierig. Als meditatiemuziek is het absoluut ongeschikt en om op te dansen is het te onvoorspelbaar. Personeel van dienst heeft ronkende namen als Giuseppe Iubatti, Davide Di Virgilio en Tony “Death” Berardinucci. Ze spelen respectievelijk dubbele bas, percussie/elektronica en gitaar. Elk van hen speelt volgens het boekje ook “noise”. Dat laatste statement is niet uit de lucht gegrepen. Toch kunnen we genieten van de scenes die 7C voor ons schildert, of zeg maar neerkwakt. 7C slaagt erin om, ondanks de herrie, enkele knappe riffs neer te poten en bovendien een behoorlijk narratief werk op poten te zetten. De techniciteit van de muziek ligt hoog en daardoor blijft het toch genieten. Heftig is het alleszins, maar het kan nog veel erger. Bovendien hervindt het album op de juiste momenten de broodnodige rust. Een nummer als “The End of the Day” laat zelfs een heuse adempauze toe (al moet u er wel de muffe lucht bijnemen.) Erg knap vinden we het nummer ‘Yonkers’. Heel even zit ons hoofd in de jaren 90 bij een band als Primus maar al snel ontaardt het in een megalomane jampartij. Nog beter vinden we het onverwacht sterk elektronische Depression. Dat lijkt wel een geüpdatete versie van Cop shoot cop, geremixt door Kraftwerk en versierd met lachende huilsamples die zowel camp als oprecht deprimerend klinken. Ferm plaatje. Een aanrader? Dat weten we niet. Zelf konden we best genieten van dit album, maar het is niet geschikt voor dagelijks gebruik.
Peter De Koning |
Volgende besprekingen
Trust - Hellfest 2017
Galactic Underground - < G.U >
Terminal Cheesecake - Cheese Brain Fondue (Live In Marseille)
Stephan Meidell - Metrics
Kollaps - Sibling Lovers
Greg Fox - The Gradual Progression
Ziúr - U feel anything?
Major Parkinson - Blackbox
We Stood Like Kings - 1982
Ueno Park - Manuel Adnot Solo - Feu Clair / Dix-Mille Yeux