TraumaSutra is het geesteskind van Peter De Koning, in de zwarte scene ook bekend als Intens. Het titelloze debuut van TraumaSutra is net uit op het Silken Tofu label en laat een sfeervolle, lang uitgesponnen dark ambient soundscape horen met een prominente industrial noise component, plus een kortere remix daarvan door Crank Sturgeon. Als toemaatje is er ook nog een cd-rom gedeelte met de kortfilm “Paso A Paso”. Een interview met dit Belgisch talent.
Hoe ontstond de idee voor TraumaSutra?
Peter De Koning: TraumaSutra bestaat feitelijk al een tijdje. Ik deed mijn eerste industriële experimenten rond mijn zestiende. Daarvoor gebruikte ik de intussen verdwenen ‘Amiga’-computer. Ik samplede er op los met een 8-bitsampler maar experimenteerde ook met vroege vormen van softsynths. Ik laadde bijvoorbeeld willekeurige bestanden in als sample. Soms gaf dat dan een ritmisch ruisend patroon of een interessant zoemend geluid. Dat ging ik dan bewerken in primitieve geluidsbewerkingssoftware om er daarna mee te gaan componeren in trackersoftware. Soms leidde dat tot EBM-achtige dingen, maar soms ook tot industrial. Dat was in niks te vergelijken met het huidige geluid, maar ik heb wel bepaalde patronen hergebruikt, alsook de natuurlijke ruis van mijn Amiga.
De eerste moderne TraumaSutratrack werd gecomponeerd in 2000 voor een kindermusical. Die specifieke musical ging namelijk over een heks en een blote reus en ik dacht die donkere soundscape wel te kunnen gebruiken. Het was echter te donker en moeilijk in te passen. De track in kwestie is nu de achtergrondmuziek van het filmpje dat op het cd-romgedeelte staat. Het is misschien interessant te weten dat die grotendeels gecomponeerd werd door de leerlingen in mijn klas. Zij verzorgden de geluiden en een deel van de opbouw. Ze waren best tevreden met het eindresultaat. De remix van Crank Sturgeon gebruikt vele van de oorspronkelijke samples van die specifieke track.
Door die ene track had ik echter de smaak te pakken. Ik voelde dat deze muziek het best aansloot bij mijn persoonlijke levenssfeer. Dat ze het best mijn gevoelens uitdrukte. Sindsdien ben ik actiever op zoek gegaan naar het TraumaSutrageluid. Iets waar ik mezelf in kwijt kon zonder enig compromis.
Over dat cd-rom gedeelte gesproken; vertel eens wat meer over die kortfilm?
Peter: M'n broer is scenarist en dat was één van z'n werkjes op Sint-Lucas. Ik heb zelf niks met de film te maken, maar heb hem wel 'toestemming' gegeven om TraumaSutramuziek te gebruiken. Het was een bestaande soundscape, maar ik heb hem wel aangepast voor de film. Het is trouwens wel al enkele jaren oud ;-). Maar ik kijk er wel nog graag naar. Het is eenvoudig, bewust met de losse pols gefilmd maar dat geeft wel wat sfeer. Ik ben nogal gek op donkere filmpjes feitelijk. Dat heb ik gemeenschappelijk met mijn broer. Mijn favoriete film aller tijden is “Eraserhead”, al is daar sinds kort ernstige concurrentie bijgekomen van “The Holy Mountain”. Die laatste heb ik maar recent leren kennen door een optreden van Dead Man's Hill. Daar werd die afgespeeld. Een aanrader voor iedereen die van een beetje surrealisme en psychedelica houdt!
Ik heb overigens nog tweemaal filmmuziek gemaakt voor animatiefilmpjes van een vriend, deels in TraumaSutrastijl, deels in oude Intens-stijl (jaren '90-achtige darkwave, nooit uitgebracht).
Je bent ook actief in de band Crossvaults. En nu is er TraumaSutra. Was dit soloproject een artistiek ei dat je absoluut kwijt moest?
Peter: Crossvaults is vooral een livegroep. Ik houd persoonlijk ook van de vele ritmewisselingen die onze zanger en hoofdcomponist erin stopt. Live spelen met deze band betekent voor mij een enorme ontlading.
De ideeën van TraumaSutra kan ik inderdaad niet kwijt bij Crossvaults. TraumaSutra is een pak persoonlijker. Al is ook Crossvaults een band waar niet al te veel compromissen in worden gesloten. TraumaSutra is ook apolitiek terwijl mijn andere projecten al eens een maatschappelijk thema durven aankaarten.
Wat zijn je muzikale invloeden?
Peter: Specifiek voor TraumaSutra zijn dat vooral Belgische projecten als Hybryds, Ah Cama-Sotz, Empusae, Dead Man’s Hill. De manier van werken haal ik echter eerder uit oude industriële acts als SPK, Einstürzende Neubauten, Test Department, net als uit het werk van ‘klassieke’ componisten als Stockhausen, Schaeffer, maar ook Schönberg. Je gaat deze groepen en componisten niet zo vaak in m’n collectie vinden, maar ik houd wel enorm van hun manier van werken. Het steeds opnieuw op zoek gaan naar nieuwe geluiden en structuren, het bijna expressionistische, de grens van muziek verruimen. Ook de gewilde chaos van vele groepen in de experimentele scene spreekt me enorm aan. Ik ken weliswaar weinig namen uit dat milieu maar herinner me wel fantastische optredens van o.a. Af Ursin, Inox Kapell en vooral Crank Sturgeon.
Verder luister ik naar vanalles en nog wat. Ik heb jazz, klassiek, EMB en andere elektronica, gothic, oude wave, industriële muziek, wereldmuziek, crossover, soundscapes, een beetje metal en rock. De laatste tijd luister ik weer vaak naar etherische projecten als Dead Can Dance, This Mortal Coil, The Moon Seven Times, Area, Cocteau Twins. Maar het kan net zo goed zijn dat je me thuis betrapt met de nieuwe cd van Faderhead.
Verdere muzikale invloeden, maar dan eerder technisch zijn de mensen waarmee ik heb samengewerkt. In het bijzonder Bart van Gestalt en Hedera Helix en Tony van Crossvaults.
Vertel eens wat meer over het totstandkomen van het album: ‘the making of’. Hoe ging je te werk?
Peter: Het is tot stand gekomen zoals ik zelf ben: chaotisch. Ik begin alleszins met geluiden. Die maak ik zelf of vind ik ergens. Daarvoor gebruik ik alles wat ik in mijn handen krijg: veel speelgoed, maar ook natuurmaterialen, stemmen, verkeer, kookgerei… Daarna ga ik over tot bewerking op de computer. Ze gaan van het ene effect naar het andere, ik combineer, componeer al een beetje maar draai dan soms de hele boel om en hak alles opnieuw in stukken en voeg er opnieuw zaken aan toe. Zo ben ik trouwens al mooie stukken verloren, maar dat geeft niet. Het hoort bij het proces. De laatste tijd probeer ik gestructureerder te werken, maar het is heel moeilijk.
Alleszins, als ik bezig ben met TraumaSutra en je komt toevallig binnen in mijn huis, is de kans groot dat je me midden in een zak vuilnis ziet zitten met een microfoon in mijn handen ;-).
Hoe kwam je bij het Silken Tofu label terecht?
Peter: Ik heb Wim, de baas (dat zal hij graag horen), leren kennen via een gemeenschappelijke vriend. Hij zag de muziek best zitten, al heeft hij me laatst toevertrouwd dat TraumaSutra het moeilijkste is wat hij ooit heeft uitgebracht. Ik apprecieer de heer Silken Tofu ook persoonlijk heel erg. Omwille van zijn aangename karakter maar ook omwille van enkele gemeenschappelijke ideeën over de maatschappij.
Hoe kwam het tot de samenwerking met Crank Sturgeon? Betekent die mens en/of zijn muziek iets speciaals voor je?
Peter: Ik heb Crank Sturgeon ontmoet tijdens enkele optredens in België. Ik was enorm onder de indruk van zijn manier van werken. Hij is een virtuoos, al bespeelt hij geen traditionele instrumenten. Hij aanvaardt ook geen enkel compromis. Het is bijzonder eerlijke muziek. Vol humor ook, maar soms ook gitzwart Ik heb nog maar zelden iemand gezien die zichzelf zo blootgeeft live. We raakten aan de praat en zijn blijven communiceren via mail.
Ik kan iedereen aanraden hem live te gaan bekijken, zelfs als je de muziek die je van hem vindt op het net, niet graag hoort. Zoek eens op Youtube!
Waar haal je de naam TraumaSutra vandaan? Laat mij eens gissen: Trauma zou kunnen staan voor je onverwerkte jeugdtrauma’s. Sutra zou kunnen verwijzen naar de Kamasutra, het Oudindisch boek dat – in weerwil tot wat velen denken – niet enkel handelt over erotiek en standjes…
Peter: Daar hoef ik weinig aan toe te voegen. TraumaSutra ben ikzelf. Als je ernaar luistert, weet je wie ik echt ben. Al ben ik gelukkig vaak wel wat vrolijker. Ik laat iedereen vrij na te denken over de betekenis van de muziek of de beelden die ik in mijn hoofd had, of om zelf beelden te verzinnen. Maar het ‘trauma’ in TraumaSutra zit er dus zeker in.
Als je Soetra opzoekt, vind je dat het verhaal betekent. Letterlijk betekent het draad. En dat is het inderdaad ook. De draad door mijn leven.
De naam ontstond in een hotelkamer in Leipzig tijdens het WGT tijdens een spontane brainstorm met twee vrienden. De betekenis ben ik pas achteraf beginnen samenpuzzelen.
Vertel eens wat meer over dat ‘manneke’ dat de TraumaSutra hoes siert. Wordt dat een vast TraumaSutra symbool? Ik zie er een boeddha in. Heb je iets met boeddhisme of staat het gewoon voor het comtemplatieve dat zeker wel in je muziek zit?
Peter: Ik heb niks met boeddhisme. Feitelijk heb ik de ontwerper volledig vrijgelaten. Ik was echter wel heel tevreden met het resultaat. Boeddha kan verwijzen naar het reflecterende in de muziek. Je merkt echter dat hij konijnenoren heeft. Dat is een verwijzing naar natuur, maar ook een relativering van het verhaal. Het is oprecht donker, maar je mag af en toe ook eens ademen tussendoor.
Hoe kom je eigenlijk aan die kindergeluiden die in je soundscape verwerkt zitten? Ben je zelf met een microfoontje aan de plaatselijke school of speelplein gaan staan? (Ik zie al boze en wantrouwige blikken van ouders naar die rare zwarte man die hun kinderen bespiedt LOL) Of zijn het samples die je zelf ergens gevonden hebt?
Peter: Ik ben leerkracht. De kindergeluiden komen dus wel degelijk van levende kinderen, al zijn het intussen ferme pubers. Ik ben zelden helemaal zwart, ook niet op wave- of industrialevenementen, maar de ouders weten wel degelijk waar ik mee bezig ben, al vermoed ik dat ze me vooral met de metalscene linken. Ze vinden het raar, maar ik veronderstel dat ze het tolereren zolang ik mijn job goed doe. Ik laat mijn leerlingen (10 jaar) kennis maken met de muziek waar ik naar luister en naar andere experimentele muziek; ze zijn gek op de aquariumcd van Hybryds (“Soundtrack For The Aquarium”, hv), het experimentele vocale werk van Sheila Chandra maar ook van de Deense rootsfolk van Krauka. Maar ik vind het belangrijk om niks op te dringen dus breng ik ook rock, jazz, klassiek mee en laat ik hen vertellen over hun eigen muziek zoals jump en soms al emo. Een open vizier vind ik belangrijk, voor hen en voor mezelf. Respect en tolerantie zijn voor mij de belangrijkste zaken die ik wil overbrengen. Maar nu wijk ik af van de vraag ;-).
Heb je nog TraumaSutra dingen in de pipeline zitten? Hoe zie je de toekomst van dit project?
Peter: Voor TraumaSutra is een groot samenwerkingsproject gepland met verschillende muzikanten uit de industriële maar ook ruimere elektronische scene. De bedoeling is één grote soundscape te maken met verschillende deelnemers. Ik heb toch al enkele hele bijzondere kandidaten.
Alleen live weet ik niet goed waar te beginnen. Al begint alles van echte geluiden, live kan ik het niet zomaar reproduceren. Ik kan weliswaar achter een laptop gaan staan, zoals velen, maar dat vind ik een beetje saai. Haalbare ideeën zijn steeds welkom!
Hoe zie jij de toekomst van de zwarte scene? Velen zijn van mening dat de scene aan ’t splitsen is in een electro en een gitaargothic scene. Zelf denk ik dat een splitsing quasi onvermijdelijk is, maar dat het veeleer een splitsing gaat zijn van ‘cyber’ (de commerciële boenk) tegenover ‘old school’ (en dat laatste is dan even goed postpunk gitaarwave/gothrock/deathrock als old school ebm en industrial/noise/dark ambient tot medieval, dark- en neo-folk…, enfin: de dingen die we nog altijd best kunnen samenvatten met de term (new/dark) wave). Wat is jouw gedacht?
Peter: De splitsing is volgens mij bijna een feit. Persoonlijk vind ik dat jammer. Wat ik leuk vond aan de scene van de jaren ’90, mijn startperiode, was net de verscheidenheid: een halfuurtje elektro, een kwartier middeleeuws of Neue Deutsche Todeskünst, wat oude wave, wat batcave, een beetje neofolk, pure noise… Op zich vond ik al die muziek ook niet zo fantastisch, maar tijdens een minder moment ging je gewoon wat gaan drinken.
Eén van de gevolgen was ook dat het publiek heel verscheiden was, ook al wat betreft leeftijd. Als ik nu op Beatnation kom, voel ik me stokoud. In de Steeple ben ik dan weer doorsnee tot jong van leeftijd.
Ik kan me persoonlijk best even uitleven op boenk, maar nooit echt lang. Na enkele nummers verlang ik naar iets anders of naar oude school elektro., al heb ik toch nog enkele hedendaagse elektrogroepen in mijn collectie (Mind.in.a.box en Faderhead bijvoorbeeld). Maar een hele avond gothic rock vind ik ook niet aangenaam, al hoor ik het genre op zich wel graag. Ik mis echt de variatie en ook de kruisbestuivingen van vroeger. Ik heb ook het gevoel dat de stijlen opnieuw verengen. Een groep als Project Pitchfork die een mooie mix bracht tussen elektronica, gotische sferen en een wavegevoel, vind je nog nauwelijks.
Gelukkig zijn er nog enkele lone riders die proberen die tradtitie van variatie in leven te houden. Ik hoop dat ze erin slagen en dat ze ook een jonger publiek kunnen houden.
Mijn grootste zorg is echter dat de wavescene een oldiesscene zou worden. Maar zo ver zijn we nog niet. En misschien kan een periode van botsing/terugtrekking wel eens deugd doen. Wie weet…
Henk Vereecken
http://www.myspace.com/traumasutra |