Via een stevige sympathie voor een nabijgelegen onafhankelijk kunstencentrum, nl. ’t EY in Belsele, mocht ik onlangs nog eens een sfeervol én verrassend optreden meemaken. Sfeervol was het optreden van Black Forest / Black Sea zeker, terwijl het verrassende dan weer lag in het raakvlak dat hun muziek bleek te hebben met uw - ietwat donker getinte - lievelings‘genre’…
Muzikanten van dienst waren het koppel Jeffrey Alexander en Miriam Goldberg. Met hun snaarinstrumenten en effectenpedalen wisten ze een bijzondere sfeer te scheppen waarmee ze het weinige aanwezige publiek probleemloos meevoerden in hun eigen betoverende wereldje.
Hun avant-gardistische minimale ‘folk’ was pretentieloos én grensverleggend!!
Hoewel het aanvankelijk niet de bedoeling was, besloot ondertekende om het tweetal toch maar aan de tand te voelen met het oog op enige promotie via Dark Entries. Het is altijd wat lastig wanner je geen vragen hebt voorbereid, maar uit een ongedwongen gesprek viel toch wel het één en ander te destilleren:
Mooi optreden, lage opkomst (circa 20 personen)… Teleurgesteld?
Jeffrey Alexander: Bwah, vooral de organisator zal misschien teleurgesteld zijn… We hebben al in volle zalen opgetreden en we hebben ook al boekingen gehad waar niemand op af kwam (lacht). Hoeveel volk er zit is soms minder belangrijk dan de reactie van het publiek. Voor vanavond zat dit wel snor: de meerderheid stond wel open voor onze muziek en tijdens en na het optreden kregen we een aantal enthousiaste reacties.
De lage opkomst lag misschien aan het feit dat de meeste mensen niet echt wisten wat ze voorgeschoteld zouden krijgen. M’n maat hier bijvoorbeeld was van mening dat hij meeging naar een soort folky Ozric Tentacles!! (algemeen gelach + het breken van ijs…)
Wat voor plaatsen doen jullie zoal aan en uit wat voor soort mensen bestaat jullie publiek meestal?
Alexander.: Net als de opkomst tijdens optredens kan dit sterk verschillen. We hebben al getoerd met meer bekende groepen en dan bereik je natuurlijk meer mensen. Het publiek varieert sterk: van academiestudenten tot folkies en gewone geïnteresseerden.
Jullie muziek is dan ook gedestilleerd uit verschillende stijlen. Van de promotor wist ik dat jullie invloeden gaan van Pentangle over Robert Fripp naar Charalambides. Hoe zie je dat zelf?
Alexander: Wat Pentangle betreft: Miriam en ik hadden elk apart reeds een grote bewondering voor het oude Pentangle. We kenden elkaar al een tijdje voor we dit van elkaar wisten. Ik zie wel wat ze met Robert Fripp bedoelen: waarschijnlijk het sterk atmosferische van de muziek. Het opbouwen van klanklandschappen fascineert ons enorm. De link met Charalambides is evident…
Miriam Goldberg (enthousiast): Charalambides!! Weet je, we vinden ze echt heel goed! Christina Carter speelt trouwens mee op 2 nummers van onze tweede CD! Echt een tof mens om mee samen te werken…
Alexander: Wat hun muziek en de onze vooral typeert is dat we graag experimenteren, vooral tijdens optredens kan een groot deel van de muziek bestaan uit pure improvisatie. Dit in tegenstelling tot de vorige groep waar ik in speelde (Iditarod). Daar was het echt belangrijk dat we tijdens optredens de studio-opnames zo exact mogelijk probeerden te benaderen. Da’s wel ok, maar ik ben toch blij dat we nu lekker kunnen improviseren. Zo blijft een optreden vernieuwend voor ons… Om verder te gaan op je vraag: ik werk in een platenwinkel en word beïnvloed door heel verschillende muziek die ik daar te horen krijg. Ik slorp de muziek op en na een tijdje komt er misschien iets van naar boven dat onbewust onze muziek beïnvloedt.
Ik weet niet wat je zelf vindt, maar ik vind dat jullie muziek nogal europees klinkt.
Alexander.: Ja?… (denkt hierover na) Rare vraag, ik heb er zelf nooit bij stil gestaan…
Het doet me soms ook wat aan filmmuziek denken…
Alexander: Aha, daar kan ik beter in komen! Weet je: een tijdje geleden hebben we de soundtrack gemaakt van een film, nl. ‘Butterfly Hunters’. De film was het eindwerk van een student die naar dezelfde kunstacademie in Providence ging als ons… Het was echt een leuke ervaring dat te mogen doen en eigenlijk hopen we in de toekomst nog zoiets te mogen doen!
Ik kan me voorstellen dat jullie enig succes hebben bij aanhangers van wat men ‘Neo-Folk’ noemt.
Alexander.: Inderdaad, in die scène worden we goed ontvangen. Een tijdje geleden hebben we een tournee gedaan met In Gowan Ring en dat was een zeer positieve ervaring. Vooral in oostelijk Europa - waar volgens mij de muziek ook minder pop-gericht is - reageerde het publiek enthousiast.
In Oost-Europa is neofolk inderdaad geliefd. In Canada ook wel,dacht ik… En in de U.S.A.?
Alexander: Valt wel mee… Ik denk dat er bij ons ook wat minder gedacht wordt in termen van ‘scènes’. Wij zélf bv. kunnen moeilijk zeggen dat we ergens bij horen. Je hebt natuurlijk bands die een gelijkaardig gevoel opwekken en die je dus met elkaar in verband legt, zonder over een scène te spreken.
Zo wordt bv. Iditarod, de vorige band waarin je speelde, vaak omschreven als ‘Acid-Folk’.
Alexander: Heb ik geen probleem mee: onze muziek was toen inderdaad vrij psychedelisch, maar toch ook wel precies. De leden van Iditarod zijn ook allemaal wég van groepen als Comus, Cro Magnon,… Wacht even (gaat even backstage en komt terug met een CD van Cro Magnon) Zie nu: ik sta in een platenzaak en kon hier maar niét aan geraken. Eén week op het Oude Continent en ik zie hem al liggen in één of andere winkel!! (glimlacht trots)
Gefeliciteerd! Hoe zit het eigenlijk met de bekendheid van Europese groepen en de distributie van hun materiaal in de States?
Alexander: Ik denk dat Amerikaanse groepen gemakkelijker doorbreken in Europa dan omgekeerd. Amerika is ook zo groot, hé…Bij jullie bekende groepen als pakweg Ozric Tentacles (gegrinnik) komen in de V.S. met moeite aan een volle zaal.. Daarentegen kunnen bij ons vaak genegeerde groepen in Europa plots ‘boven Jan’ zijn. In Amerika moet je eigenlijk wat opvallen om boven de massa uit te geraken…
Een Britse band die al enige jaren meer aandacht krijgt in de States is Current 93.
Alexander: Yeah, Current 93, I do like them… De minimalistische stijl die ze tegenwoordig vaak hanteren bevalt me wel.
Over minimalistisch gesproken: een tijdje terug hebben we een interview gepubliceerd met Andria Degens van Pantaleimon.
Alexander: Ook die kennen we: we vinden elkaars werk zeer goed en hadden vroeger, toen haar debuut (Trees Hold Time,1999) net uit was, regelmatig contact met elkaar.
Nog iets dat ik me afvroeg: jullie komen uit Providence uit de staat Rhode Island; wat de kleinste staat van Amerika is. Heerst er een aparte mentaliteit bij jullie? Ik denk aan de nogal oorspronkelijke sfeer die bv. H.P.Lovecraft creëert in zijn boeken…
Alexander: Ja hoor; gans Rhode Island baadt gewoon in een morbide lovecraftiaans sfeertje! (gelach) Nee,serieus: ten opzichte van onze buurstaat New York bv. kan je de ‘Islanders’ omschrijven als meer gereserveerd, ouderwetser maar wél met een zeer bijzonder soort humor…
Goldberg: (springt enthousiast bij) Wist je bv. Dat er op R.I. een hotdogketen bestaat die ‘The New York-System’ noemt? Dit terwijl ze in geen verste verten iets met New York te maken hebben? De venters staan erom bekend dat ze de broodjes per bestelling sorteren op hun arm voor ze het worstje erin doen, een beetje zoals ze in restaurants wel eens doen met wijnglazen. Vind je alleen op R.I. !
En wist je dat The Talking Heads, of toch de vroegste kern ervan, uit Providence komt en niét uit New York? Ze zijn na hun studies daar wél doorgebroken…
Er is zo’n clip van Talking Heads waarin David Byrne staat te dansen en op een gegeven moment “the same as usual” zingt terwijl hij met zijn hand onderverdelingen maakt op zijn arm. Op het eerste zicht nogal belachelijk, maar alle ‘Islanders’ weten dat hij verwijst naar die hotdogventers van ‘The New York-System’…!
Jan Denolet
Black Forest / Black Sea : Forcefields and Constellations
Deze 2de cd van BF/BS is een vreemd maar niet onaangenaam gevalletje. De verpakking is minimaal –kalkpapieren hoesje met CD en kartonnetje uitleg- en de muziek minimalistisch.
Het koppel Miriam Goldberg en Jeffrey Alexander hanteren verscheidene snaarinstrumenten, waarvan ze de klank ook nog eens bewerken met allerhande effecten en loops. Na dit proces krijg je zoiets wat men zou kunnen omschrijven (pff, labeltjes-plakken…) als een soort ‘duistere, minimale, stemmige, experimentele, acid-neo-kamer-folk’, af en toe aangedikt met dichterlijke fragmenten van Miriam (bv. ‘Tangent Universe’!).
De CD bevat zowel studio- als live-nummers en ook studionummers waar live-fragmenten doorheen zijn gemixt. Aanvankelijk komt het geheel wat eigenzinnig over, maar mijn goede (dat hoop ik toch) smaak vertelt me dat dit uiteindelijk wel allemaal de moeite is. Ik kan u zo het obscure ‘Kyy plays Perpetual Chance’ aanbevelen (waar is de link met symfo-rockers Yes?), alsook het Twin Peaks-jazzy ‘Hung Far Lowish’, het bedrieglijk luchtige ‘Tangent Universe’ en het immer voortkabbelende ‘Jamestown’.
Menig Neofolk-liefhebber zal BF/BS wel kunnen appreciëren, d.w.z. àls zij/hij aan hun materiaal kan geraken. Voor de eerste titelloze CD zal u moeten wachten: deze inmiddels uitverkochte CD wordt binnenkort –mét bonus-tracks- door het franse Asphalt Duchess-label terug op de markt gebracht. In ieder geval kunt u deze ‘Forcefields and Constellations’ wel al bestellen via uw platenboer of op het internet.
[JD]
http://www.blackforestblacksea.com |